By Arnold Jansen op de Haar
The vuvuzela is not allowed to be longer than 1 meter according to the International Football Association FIFA. This measure was introduced to limit the amount of noise in South African football stadiums. Actually, this is rather pointless because even a shortened vuvuzela makes more than enough noise. Other hooters, kuduzelas (hooters made of antelope horn), scooter helmets and loudspeakers are strictly forbidden inside each of the FIFA World Cup venues. However an exception is made for the vuvuzela.
It is as if football players and spectators are inmates of Guantanamo Bay and have to cope with music deliberately played at the highest volume.
It did occur to me to question why you would want to watch a game whilst wearing a scooter helmet, but I assume the FIFA will have thought this through.
It is not all that easy to get sound from a vuvuzela; you need to handle it in the same way as a trumpet but when you are successful the result is ear-shattering.
Wikipedia informed me that the vuvuzela is mainly used during the last fifteen minutes of a game with the aim to ‘kill’ the opponent. A well-known South African proverb says: ‘A baboon is killed by a lot of noise’. I think this is a rather odd expression, you claim that the opposition consists of baboons. In any case the act of killing baboons is not a very compassionate pastime.
Meanwhile, every country has created a vuvuzela in its own colours. There must be an English version and the Dutch one is of course plain orange. Until now Dutch football fan paraphernalia consisted mostly of: the inflatable orange clog that can be worn on the head, the orange windmill (also carried on the head) and a quite recent addition: the skimpy orange beer dress. In The Netherlands entire streets have been painted orange.
Each game of the Dutch national team is attended by a Native American in full traditional dress, but in orange. In The Netherlands he is affectionately known as ‘the Indian’ and when mentioning this name everyone knows who you are talking about, but his connection with the Dutch is not entirely clear to me. The same is true for the vuvuzela.
The sound of the vuvuzela is ear-shattering. I think it is comparable to silencers on motors that make the sound of an airplane taking off; cars that pass by on lovely summer days with loudspeakers spitting out rap at full blast; loud grunting during a tennis match; and people who refuse to keep their dogs on a leash. In short it is a form of marking down one’s territory.
It doesn’t bare thinking about having to listen to 60,000 Scotsmen playing their pipes in the stands, or 80,000 Spanish with their guitars, 40,000 Jamaicans and their steel drums or 20,000 Swiss with alpenhorns.
Last week we had a general election in The Netherlands. The Dutch political parties have never before been fractured to this extent. Even the largest party didn’t get more than 20% of the votes. This is truly a ‘hung parliament’; it is virtually impossible to form a government. Nonetheless, almost every party managed to celebrate the results as an enormous victory.
At the celebrations of the PVV, the party headed by Geert Wilders, the extreme rightwing politician with the Mozart-like hair, people took to singing football songs. ‘Thank you Wilders, thank you Wilders, Wilders, Wilders, thank you Wilders!’ Yes, thanks Geert, you have yet again managed to put us in a bad (orange) light abroad. The Netherlands used to be associated with Johan Cruijff, now this role is taken over by Geert Wilders.
We live in a ‘vuvuzela democracy’. Everyone trumpets their opinions over one another or tries to raise their voice the loudest. Who is best at blowing his own trumpet? Geert Wilders is the vuvuzela of Dutch politicians.
In the mean time, I do enjoy watching football. The opening ceremony of the World Cup featured the song Hope, performed by the recently deceased Siphiwo Ntshebe; magnificent. The opening ceremony had just the perfect duration and everyone was included, black and white. There was even a dancing Desmond Tutu without vuvuzela. There is always hope.
When watching football matches on TV I turn off the sound, just as I do when Geert Wilders speaks in parliament. I replace his sound with the real Mozart. Quite frankly I am hooted out.
© Arnold Jansen op de Haar
© Translation Holland Park Press
You can leave your comment on our
forum.
Previous columns:
Wereldvoetbalbond FIFA heeft bepaald dat de vuvuzela niet langer mag zijn dan 1 meter. Dit om de herrie in de Zuid-Afrikaanse voetbalstadions enigszins te beperken. Zinloos natuurlijk want de kortere vuvuzela maakt al lawaai genoeg. Blaastoeters, kuduzela’s (toeters van antilopenhoorn), scooterhelmen en luidsprekers zijn volgens de FIFA-regels niet toegestaan in de tien speelstadions van het WK Voetbal, maar de vuvuzela dus wel.
Alsof je als voetballer of toeschouwer een gevangene bent in Guantanamo Bay en ze de muziek lekker hard zetten.
Ik vroeg mij nog even af waarom je in godsnaam met een scooterhelm op naar een wedstrijd zou willen kijken, maar de FIFA zal er wel over nagedacht hebben.
Het is niet gemakkelijk om geluid uit de vuvuzela te krijgen. Je moet erop blazen als op een trompet. Maar als het lukt is het resultaat oorverdovend.
De vuvuzela wordt vooral gebruikt om in het laatste kwartier van de wedstrijd de tegenstander ‘te doden’, las ik op Wikipedia. Een bekend Zuid-Afrikaans spreekwoord luidt: ‘A baboon is killed by a lot of noise’. (‘Een baviaan wordt gedood met veel lawaai’.) Ik vind dat een raar spreekwoord, je tegenstander uitmaken voor baviaan. Het doden van bavianen is sowieso geen sympathiek tijdverdrijf.
Elk land heeft inmiddels vuvuzela’s in de nationale kleuren. Er is vast een Engelse vuvuzela. Die van Nederland is natuurlijk oranje. Tot nu toe bestonden de Nederlandse voetbalparafernalia vooral uit de opblaasbare klomp die op het hoofd gedragen kan worden, de oranje windmolen (eveneens voor op het hoofd) en, sinds kort, het zeer luchtige oranje bierjurkje. En hele straten zijn oranje geschilderd.
Ook kan bij elke wedstrijd van het Nederlandse elftal een oranje indiaan worden waargenomen. Hij wordt in Nederland liefkozend ‘de indiaan’ genoemd, en dan weet iedereen wie je bedoelt, maar mij is het niet geheel duidelijk wat een indiaan met Nederland te maken heeft. Of een vuvuzela.
Het geluid van de vuvuzela gaat door merg en been. Ik vind het vergelijkbaar met motoren waarvan de knalpot het geluid maakt van een opstijgend verkeersvliegtuig; auto’s die op een mooie zomerdag passeren met een keiharde beat uit de luidsprekers; kreunen tijdens een tenniswedstrijd; en mensen die hun hond niet aan de lijn houden. Het is een vorm van territoriumdrift.
Je moet er tenslotte ook niet aan denken dat er 60.000 Schotten met een doedelzak op de tribune zitten, 80.000 Spanjaarden met een gitaar, 40.000 Jamaicanen met een steel drum of 20.000 Zwitsers met een Alpenhoorn.
In Nederland waren afgelopen woensdag verkiezingen. Nog nooit was het politieke landschap zo versnipperd. De grootste partij kreeg zo’n 20 % van de stemmen. Dat is pas een ‘hung parliament’: er is nauwelijks een regering te vormen. Maar zowat elke partij vierde de uitslag als een enorme overwinning.
Bij de PVV van Geert Wilders, de uiterst rechtse politicus met het Mozarthaar, werden zelfs voetballiederen aangeheven. ‘Wilders bedankt, Wilders bedankt, Wilders, Wilders, Wilders bedankt!’ Ja, bedankt Geert, we staan er weer (oranje) gekleurd op in het buitenland. Vroeger kende de hele wereld Johan Cruijff, nu Geert Wilders.
We leven in een vuvuzela-democratie. Iedereen toetert door elkaar. Of probeert de ander te overstemmen. En wie heeft de grootste toeter? Geert Wilders is de vuvuzela van de Nederlandse politiek.
Ondertussen kan ik enorm van voetbal genieten. Bij de opening van het WK klonk het lied Hope van de onlangs overleden Siphiwo Ntshebe. Schitterend. De opening duurde vooral niet te lang. Iedereen hoorde erbij, blank en zwart. En er was een dansende Desmond Tutu, zonder toeter. Er is altijd hoop.
Maar tijdens de wedstrijden zet ik het geluid van de tv af. Net zoals bij debatten in de Tweede Kamer als Geert Wilders aan het woord is. Dan zet ik de echte Mozart op. Ik ben gewoon een beetje toetermoe.
© Arnold Jansen op de Haar
U kunt reageren op ons
forum.
Eerdere columns: