By Arnold Jansen op de Haar
I was in London with E on the weekend before the terror attack. She was visiting for the first time. I had made up my mind to show her as many sights as possible within three days. In my city. I may have moved from London to the countryside but still London remains my city.
And so, that weekend, we did go to Westminster Palace, and around the corner onto Westminster Bridge. I even pointed out the anti-terror barrier on the pavement to stop cars. I was alert, just like always when I’m in London. Like Londoners themselves, and like them I don’t talk on public transport. Like Londoners, on escalators I stand on the right, walk on the left and curse tourists who block my way.
She found Big Ben smaller than she expected. Later she would also remark: ‘Where are those hip people you always mention?’
Alas, I couldn’t make Big Ben taller or conjure up hip people – ‘because it’s not surprising that places of interest attract more tourists than hipsters’ – otherwise I would have done it.
On the Golden Jubilee Bridge, I showed her my favourite spot with sweeping views over the Thames. I pointed out St Paul’s in the distance, the Shard, the Gherkin, the MI6 building, the Shell building, the National Theatre, everything on view from that spot.
I looked at her expectantly. She was here. I was here. Together with my girlfriend in London, it couldn’t get any better. It seemed the perfect place to kiss her.
‘I’m not that impressed,’ she said. ‘And not with England, either.’
For heaven’s sake! This was my favourite spot. This was my London, the greatest city on earth.
Swearing loudly, I strode towards Charing Cross station, across the station concourse, still cursing, and she in pursuit of me.
Outside the station, I briskly pointed out things on the other side. ‘Over there you can see a magnificent statue of Oscar Wilde, hero of the gay community; it’s a sort of place of pilgrimage. But I don’t think you’ll understand.’ People were beginning to stare at us.
I continued in an even louder voice: ‘That’s Trafalgar Square with Nelson on his column, with the National Portrait Gallery, the National Gallery, and over there’ – I no longer felt I had to explain things and words tumbled out of my mouth – ‘is St Martin-in-the-Fields, just google it!’
I wanted to say much more. That people seem more genuine here, the police, the nurses and the taxi drivers. Yet I can’t explain it, it’s how I feel.
And that they stay calm in a crisis, have won two world wars, and Brexit doesn’t mean at all that everyone hates foreigners. I wanted to add that they love eccentrics, have a sweet tooth and love spicy food, that they are quite old-fashioned, yet at the same time quite modern too. I could go on for ages.
Luckily, next day we went back to the Golden Jubilee Bridge, and kissed after all.
So, three days later the terror attack took place. At that very moment, I turned on the telly in Malmesbury. The terrorist hadn’t been able to reach the entrance to the parliament building. There was a constable who stopped him and thereby lost his life. An example of a true constable: PC Keith Palmer.
He even received mouth-to-mouth resuscitation from a junior minister at the Foreign Office. Of course, this minister had been in the army. The attacker was shot dead by the Defence Secretary’s security guards. A female Labour MP ran to the nearby underground station to warn them to keep people inside.
I wouldn’t really expect this type of response in the Netherlands. That one of the ministers or MPs would do this sort of thing. But, well, you hope they would act like this. That even the Dutch PM, whom we have nicknamed ‘the Horse’, might emerge neighing from his tower to rescue someone.
I saw London on TV: this is my city, I thought. It won’t be cowed.
© Arnold Jansen op de Haar
© Translation Holland Park Press
Visit Arnold’s home page to find out more about his other publications.
Previous columns:
Nutella & Camilla
Peeing for Malmesbury
A Surreal Evening
The Secret of Malmesbury
Escape to the Country
What Would Donald Do?
A Selection Box
A Poet in Sandals
The Marseillaise
Brexit Bear
Letter to the British People
Dinner with Louis and José
An Anglophile European
Mary Magdalene of Notting Hill
No Hugging of Brits!
The God of Rochester
A ‘Bare Buttocks Face’
A Coach Full of Exes
On a Knife Edge
A Very British Secret
End-of-Year Chat
A Cigar in Brussels
Burning a Catholic
Ted or Sylvia?
Unsuitable for Class War
England-bound
The Weather in Arnhem
Accident & Emergency
The Plumber and the Little Prince
A Trojan Horse
Pilloried!
Portobello Hipster
A Celebration Every Day
Diana is Back
Loved by All
Cooking in Peacetime
A Bit of a Genetic Mess
Email a Fairy
A Peeing Neanderthal
Fictional Brits
Bare Burka
Is Van Gaal a Turkey?
An Estate Agent in High Heels
A Boy from Westminster
Adventure in Amsterdam
Amalia & George
Cheering Quietly
Human Waste
D-Day for Poetry
A Dog in London
Van Gaal and Wurst
Baby King George
Het weekend voor de aanslag was ik met E. in Londen. Zij was er voor de eerste keer. Ik had me voorgenomen om haar in drie dagen zoveel mogelijk te laten zien. Van mijn stad. Ik mocht dan verhuisd zijn van Londen naar het platteland, maar het blijft toch mijn stad.
En dus liepen we dat weekend ook langs het parlement, de hoek om, Westminster Bridge op. Ik wees haar nog op de barrière op de stoep om auto’s tegen te houden. Ik was oplettend, zoals ik altijd oplettend ben in Londen. Zoals Londenaren oplettend zijn. Net zoals Londenaren zwijgen in het openbaar vervoer. En net zoals Londenaren rechts op de roltrap staan en links lopen en dan mopperen op de toeristen, die alles blokkeren.
Zij vond de Big Ben kleiner dan ze had gedacht. Later zou ze ook nog zeggen: ‘Waar zijn de hippe mensen waar jij het altijd over hebt?’
Helaas kon ik Big Ben niet groter maken, en geen hippe mensen toveren Ë— ‘want bij bezienswaardigheden lopen nou eenmaal meer toeristen dan hippe mensen’ Ë— anders had ik het gedaan.
Op de Golden Jubilee Bridge liet ik haar mijn favoriete plek zien, met het wijde uitzicht over de Theems. Ik wees haar op de St Paul’s in de verte, de Shard, de Gherkin, het gebouw van MI 6 (de geheime dienst), het Shell-gebouw, het National Theatre, alles wat je op die plek kunt zien.
Ik keek haar verwachtingsvol aan. Zij was er. Ik was er. Met je vriendin in Londen, beter kon het niet worden. Dit leek me een goede plek om haar te zoenen.
‘Het zegt me niet zoveel,’ zei ze. ‘En Engeland ook niet.’
Krijg nou wat! Dit was mijn plek. Dit was mijn Londen, the greatest city on earth.
Ik beende vloekend weg richting Charing Cross station. Dwars door de hal. Nog steeds vloekend. Zij achter me aan.
Buiten het station wees ik zwaar gesticulerend naar de overkant. ‘Daar staat een schitterend beeld van Oscar Wilde, held van de homogemeenschap, het is een soort bedevaart plek. Maar dat zegt je natuurlijk niet zoveel.’ Mensen begonnen om te kijken.
En ik vervolgde, nog luider: ‘Daar is Trafalgar Square met Nelson op zijn zuil, de National Portrait Gallery, de National Gallery, en daar,’ – ik had geen zin meer om dingen uit te leggen en ging steeds sneller praten – ‘is St Martin’s in the Field, zoek het op!’
Ik wou nog veel meer zeggen. Dat de mensen hier echter lijken. De politie lijkt echter, de verpleegsters en de taxichauffeurs. Ik kan het ook niet uitleggen. Het is een gevoel.
En dat ze bij elke crisis rustig blijven, twee wereldoorlogen hebben gewonnen, en dat Brexit helemaal niet betekent dat ze allemaal tegen buitenlanders zijn. En ik wilde zeggen dat ze van excentriekelingen houden, van heel zoet en heel pittig, dat ze ouderwets zijn en tegelijk heel modern. Ik kon zo heel lang doorgaan.
Gelukkig zijn we de volgende dag teruggegaan naar de Golden Jubilee Bridge. En toen hebben we alsnog gezoend.
Drie dagen later vond dus die aanslag plaats. Ik zette net op dat moment in Malmesbury de tv aan. De aanvaller had de ingang van het parlement niet kunnen bereiken. Er was een politieman die hem tegenhield en daarbij om het leven kwam. Zo’n echte politieman: PC Keith Palmer.
Hij kreeg nog mond-op-mondbeademing van de onderminister van Buitenlandse Zaken. Die natuurlijk in het leger had gezeten. De aanvaller werd neergeschoten door de beveiligers van de minister van Defensie. Een vrouwelijk Kamerlid van Labour rende naar het ondergrondse station om te waarschuwen dat iedereen binnen moest blijven.
Ik zie dat in Nederland nog niet zo snel gebeuren. Dat een van de ministers of een Kamerlid die dingen doet. Maar je hoopt het natuurlijk wel. Dat zelfs de Nederlandse premier, die wij thuis ‘Het Paard’ noemen, hinnikend uit zijn torentje komt gerend om iemand te redden.
Ik zag Londen op tv. Dit is mijn stad, dacht ik. En die krijg je er niet onder.
© Arnold Jansen op de Haar
Eerdere columns:
Nutella & CamillaPlassen voor MalmesburyEen surrealistische avondHet geheim van MalmesburyEscape to the countryWat zou Donald doen?Een gemengde doosEen dichter op sandalenMarseillaiseBeertje BrexitBrief aan de BrittenEten met Louis en JoséEen anglofiele EuropeaanMaria Magdalena van Notting HillGeen Britten knuffelen!De God van RochesterEen blotebillengezichtEen touringcar met exenKantje boordEen zeer Brits geheimEindejaarsgesprekDe sigaar in BrusselEen katholiek verbrandenTed of Sylvia?Ongeschikt voor klassenstrijdEngelandvaardersHet weer in ArnhemSpoedeisende HulpDe loodgieter en de kleine prinsHet paard van TrojeAan de schandpaal!Portobello HipsterElke dag feestDiana is terugGeliefd door allenKoken in vredestijdEen genetisch zootjeE-mail een elfjeDe plassende NeanderthalerFictieve BrittenBlote boerkaIs Van Gaal een kalkoen?Een makelaar op hoge hakkenEen jongen uit WestminsterAvontuur in AmsterdamAmalia & GeorgeZachtjes juichenMenselijk afvalD-Day voor poÑ‘zieEen hond in LondenVan Gaal en WurstBaby King George