Skip to main content

Nodding for Novices

Knikken voor beginners

July 28, 2009

By Arnold Jansen op de Haar

This column is currently not available in English.

Mijn vriend J. kent veel mensen. Dat merk je als je met hem op het bankje voor café Vrijdag zit. Vooral ’s avonds als the beautiful people van het Spijkerkwartier passeren, Arnhems leukste wijk. J. knikt en de mensen knikken terug.

‘Ken je dat type?’ vroeg ik hem laatst. ‘Nee,’ zei J., ‘maar ik knik altijd.’
 
Soms roept hij ‘hoi’. Voor de zekerheid. Het kunnen oud-leerlingen van hem zijn want hij is ooit leraar geweest. Bovendien heeft hij lang in de buurt gewoond.
 
Het opvallende is dat ook mensen die hem eigenlijk niet kennen terug knikken. Naar hen heeft hij dan al eens eerder geknikt. Die denken vast: ik moet hem ergens van kennen.

Deze week zaten we weer op het bankje. Er waaiden twee wielrenners aan. Die bemerkten het knikken ook. Allerlei Zeer Leuke Vrouwen (mannen ook) knikten terug.
 
Briljant idee, vonden de twee jonge goden in wielrenoutfit. Kort daarvoor waren er drie mensen op de step vertrokken (is ook heel erg in) maar J. trok alle aandacht.

Ik ben het eens gaan bestuderen. J. is twaalf jaar ouder dan ik, en een stuk kaler, maar uiterst charmant. Knikken is contact leggen zonder openingszin.
 
De kale knikker heeft vorige week nog een hele tafel bij elkaar geknikt. Voor ik het wist schoven er allerlei mensen aan. Ik probeerde mee te knikken. Maar dat geeft het effect van die twee oude mannetjes uit de Muppetshow. Individueel knikken is beter.
 
Diep in de nacht slingerde ik, nog naknikkend, huiswaarts. Al wekenlang wil ik een zeker Zeer Aantrekkelijk Meisje bellen. En nu pieker ik over een openingszin. Kon ik maar gewoon knikken.

 
© Arnold Jansen op de Haar
 
First published as an Arnhemse Jongen column in De Gelderlander on 28th July 2007.