By Arnold Jansen op de Haar
Dancing in public requires a bit of courage. It can be quite an amusing spectacle. Remember, for example, political correspondent John Sergeant on Strictly Come Dancing when it looked as if he lugged a sack of potatoes across the dance floor. Unfortunately it was his dance partner. This week it was announced that politician and writer Anne Widdecombe will take part in the new series. I am curious to see how she gets to grips with the ‘sack of potatoes’.
I love watching BBC Breakfast but they do mention Strictly Come Dancing just a little too often.
On the odd occasion that I dance I feel uncomfortable, except during the short period when I imagined that I was good at break dancing. Nowadays I keep quiet about this period. Quite frankly I was an acquired taste.
And I even know why. Recently a study by British and German scientists investigated what women find attractive about men dancing.
Women are keen on big, changing, flamboyant moves. They concentrate on head, neck and torso. Also a quick movement with the right knee influences appraisal. Maybe that is why Wayne Rooney attracts the ladies. Well, apart from a bulging bank account of course.
Evolutionary psychologist Nick Neave did admit that appearance, dress sense and socio-economical status cannot be discounted. That is why he had projected movements on characterless and sexless computer-generated persons, or avatars.
Arms and legs are less important. The ‘dad-dancing’ style is the least attractive. Those spastic repetitive movements represent the ‘Joe Cocker Style’. This makes me think of Ricky Gervais as David Brent in The Office; poor Joe Cocker.
I suspect my excessive monotonous arm and leg movements must have put off female appreciation of my break dancing. I am no longer flexible enough to break dance anyway.
At the cultural centre where I teach creative writing you can, apart from a course in clowning – ‘the course will drawn out the clown in you’ – also take part in dance courses.
I have managed to catch a performance of a dance class. The group consisted of fifteen beautiful young women. Choreography and execution were excellent. Shame about the two ugly bungling men at the back; they are not here for the dancing was my conclusion.
The participants of the West African Dance course performing on the same evening spring to mind. ‘West African dancing, that is not very specific,’ you may remark. I was about to ask the lady next to me about the difference between West and East African dances, but they had already started dancing.
Imagine fifteen white housewives in colourful African garments, bowing and twisting to a drum beat. Waving hand movements were also clearly important, and at one point it looked as if children were about to be born. I broke out in a sweat. I sincerely hoped their families were not in the audience. This was clearly the female equivalent of dad-dancing: mum-dancing.
Once I was dragged along by two friends to a tango salon. I didn’t dance the tango: I observed. The tango dancers – apparently called tangueros – were mostly middle-aged. Yet it reminded me of a school do: who asks whom? I spent the evening as a wallflower.
I have always hated discos. I want to talk, not dance. ‘Poets don’t dance’, a writer colleague once wrote. Yet sometimes, when I am alone at home, by a full moon, with beautiful music, I dance on my own through my living room. Lugging the potatoes.
© Translation Holland Park Press
You can leave your comment on our forum.
Previous columns:
The Poet and the Perpetrator
Geert Wilders – The Movie
Don’t do it Amy
Breakfast with Kate
Dansen in het openbaar vereist enige moed. En soms is het behoorlijk grappig om te zien. Bijvoorbeeld toen politiek commentator John Sergeant bij Strictly Come Dancing een zak aardappelen over de dansvloer sleepte. Helaas was het zijn danspartner. Deze week werd bekend dat politica en schrijfster Anne Widdecombe gaat deelnemen aan het nieuwe seizoen. Ik ben benieuwd hoe zij de zak aardappelen gaat aanpakken.
Ik kijk graag naar BBC Breakfast, het ontbijtprogramma van de BBC, maar ze hebben het net iets te vaak over Strictly Come Dancing.
Elke keer als ik zelf dans voel ik mij ongemakkelijk, behalve tijdens een korte periode in mijn jeugd toen ik dacht dat ik kon breakdancen. Nu zwijg ik liever over die periode. Het zag er, eerlijk gezegd, niet uit.
En ik weet ook waarom. Er is onlangs een onderzoek verschenen van Britse en Duitse wetenschappers waarin men op zoek ging naar wat vrouwen aantrekt in dansende mannen.
Vrouwen vinden de grootte van de beweging en afwisseling erg belangrijk. Ze richten zich daarbij vooral op het hoofd, de nek en de torso. Ook een snelle beweging van de rechterknie blijkt van invloed op de waardering. Misschien dat Wayne Rooney daarom zo bij de dames in de smaak valt. Nou ja, plus zijn bankrekening natuurlijk.
Onderzoeker Nick Neave gaf namelijk wel toe dat uiterlijk, kleding, lengte en sociaal-economische status niet te verwaarlozen zijn. Daarom had hij de bewegingen in kaart gebracht op karakterloze, geslachtsneutrale digitale personen, oftewel avatars.
Armen en benen bleken minder belangrijk. Het ‘dad-dancing’ is het minst aantrekkelijk. Dat zijn spastische, herhalende bewegingen in de zogenaamde ‘Joe Cockerstijl’. Opeens moet ik denken aan Ricky Gervais als David Brent in The Office. Arme Joe Cocker.
Ik vermoed dat ik in mijn breakdanceperiode niet erg succesvol was bij het andere geslacht vanwege een teveel en eentonig bewegen met armen en benen. Voor breakdancen ben ik trouwens allang niet soepel genoeg meer.
Bij het culturele centrum waar ik creatieve schrijfcursussen geef, kun je naast bijvoorbeeld een cursus clownerie – ‘tijdens de cursus zal er aandacht zijn voor het ontwikkelen van jouw clownspersonage’ – ook deelnemen aan danscursussen.
Ik heb wel eens een optreden van zo’n dansgroep gezien. Die groep bestond uit vijftien schitterende jonge vrouwen. Choreografie en uitvoering waren geweldig. Alleen hupsten achteraan twee net iets oudere, nogal lelijke mannen mee. Die zitten niet op de cursus vanwege het dansen, dacht ik nog.
Van diezelfde avond herinner ik mij ook nog de deelnemers aan de cursus West-Afrikaans dansen. ‘West-Afrikaans dansen, is dat niet een erg ruim begrip?’ zult u zeggen. Zelf stond ik op het punt mijn buurvrouw te vragen naar het verschil tussen West- en Oost-Afrikaans dansen maar toen waren ze al begonnen.
U moet zich daarbij vijftien blanke huisvrouwen voorstellen die zich in kleurrijke, Afrikaanse gewaden, begeleid door tromgeroffel, buigen en strekken. Ook het met de handen wapperen steeg tot ongekende hoogte. Op een gegeven moment leken ze zelfs kinderen te baren. Het zweet brak me uit. Ik zat hevig te hopen dat hun familie er niet bij was. Dit was het vrouwelijke equivalent van dad-dancing: mum-dancing.
Ook ben ik eens door twee vrienden meegesleept naar een tangosalon. Niet dat ik de tango gedanst heb: ik was observator. Tangodansers – tangueros, moest ik zeggen – bleken vooral van middelbare leeftijd te zijn. En toch deed het me aan schoolfeesten denken: wie vraagt wie? Ik heb de hele avond doorgebracht als muurbloem.
Vroeger had ik al een hekel aan discotheken. Ik wil praten, niet dansen. ‘Dichters dansen niet’, schreef een collega-schrijver ooit. Maar soms, als ik alleen thuis ben, bij volle maan, met fijne muziek, dans ik in mijn eentje door de kamer. Als een zak aardappelen.
© Arnold Jansen op de Haar