By Arnold Jansen op de Haar
Philip Larkin, the ‘hermit of Hull’, is in my opinion the finest poet of the last century. The likelihood of a new Philip Larkin emerging is extremely slight. He no longer fits in with our current society.
He kept himself to himself, he dressed like a proper gentleman, he adored Margaret Thatcher, wouldn’t have won any beauty contest, was shy, and moreover he turned deaf in later life. On top of this he refused to become Poet Laureate.
There is a TV Programme, The X Factor, designed to enable people to become famous at the drop of a hat. An all important jury decides which of the candidates go through. ‘You’re through to the next round’ has become a famous catch phrase, so when participants phone home and say: ‘I’m through!’ no further explanation is required.
Politicians can just forget it if they do not have the ‘X factor’. Gordon Brown is a grumpy Scotsman and David Cameron a soft boiled egg; they’re both actually lacking the X factor and so this must result in a draw between the two.
Consultancies that produce management courses increasingly mention the X factor. Actually they refer to an extra ‘oomph’ that a manager should possess but which is difficult to specify. Someone said: ‘I see it the moment someone walks in, it is this extra glint in the eye.’
What this actually means is that the X factor is not the cause but rather the consequence of success. Yet they are entirely at a loss to establish how it originated.
This week Joanna Lumley managed to attract headlines again because she questioned why children want to participate in The X Factor. ‘And when children here want to be on The X Factor I think, Why? Don’t just want to be famous, do something that’s really fascinating. The world is crammed with opportunities.’
Joanna Lumley herself, of course, is blessed with plenty of X factor. She just has to utter a few words and it gets picked up by all the media. I must admit I have spent some time trying to uncover a well researched essay by Joanna Lumley, but it appears that all rests on this one quote.
People who are beautiful are more successful, they obviously sport the X factor. Even animals are not immune; they too can have the X factor. ‘You’re quite stuffed if you are a small, ugly invertebrate,’ was part of the summing up by a PhD student at the University of Groningen, so ugly animals are without X factor which makes protecting them more of an uphill battle.
Susan Boyle proved that ugly people can be runner-up in a talent contest. Yet she is still the exception to the rule. It is almost as if the jury spelt it out: ‘We normally only deal with beautiful people but in exceptional cases…’
Publishers are not exempt from this attitude; they too are looking for a beautiful young novelist to make her debut. In the 1940’s Philip Larkin published two lesbian romances under the pen name Brunette Coleman. Nowadays the reaction would be: ‘Brunette Coleman! Sign off for publication at once!
Today my eldest nephew celebrates his eighteenth birthday. He looks like one of the Greek Gods. If I go for a walk with the ‘Greek God’, all girls stare at us. Well not at me, obviously. I am short in stature, stout, bald and wear glasses; of course they all gape at my nephew. He obviously has the X factor; if only he could sing, he would be waved through to the next round without a doubt.
My nephew hasn’t quite decided what he wants to do, ‘Greek God’ is certainly attractive, but it doesn’t count towards choosing your profession. However, he confided in me: ‘I want to be rich.’
Now I am building my hopes on the fact that he will find out what he is passionate about. He has an ear for music and has an excellent talent for drawing. I believe he has many more talents, but first he has to be convinced of his own potential.
This is from Philip Larkin in This Be The Verse:
They fuck you up, your mum and dad
They may not mean to, but they do.
They fill you with the faults they had
And add some extra, just for you.
Well, we all recognise at least part of this sentiment, especially if your parents encourage you to appear on The X Factor. Philip Larkin lacked the X factor, but his work displayed it in abundance. I believe that this is the message Joanna Lumley wanted to convey to my nephew.
© Arnold Jansen op de Haar
© Translation Holland Park Press
You can leave your comment on our forum.
Previous columns:
Cycling for Europe
The Poet and the Perpetrator
Geert Wilders – The Movie
Don’t do it Amy
Breakfast with Kate
The Poet and the Perpetrator
Geert Wilders – The Movie
Don’t do it Amy
Breakfast with Kate
Philip Larkin, de ‘Kluizenaar van Hull’, is in mijn ogen de beste dichter van de afgelopen eeuw. Maar de kans dat er een nieuwe Philip Larkin opstaat is uitermate gering. Hij past niet meer in de tijdgeest.
Hij leefde teruggetrokken, zag er conservatief uit, was een aanhanger van Margaret Thatcher, tamelijk lelijk en verlegen bovendien en hij werd op latere leeftijd ook nog doof. En hij weigerde om Poet Laureate (Dichter des Vaderlands) te worden.
Er is een tv-programma, The X Factor, waarin mensen snel beroemd willen worden. Een jury bepaalt of ze ‘door mogen’. ‘Je mag door’ is een gevleugelde uitspraak geworden. Mensen bellen huilend naar huis: ‘Ik mag door.’ En ze hoeven het niet eens uit te leggen.
Politici zijn kansloos als ze geen x-factor hebben. Gordon Brown is een Schotse brombeer en David Cameron is een watje. Ze hebben geen x-factor. Dat wordt gelijkspel.
Bureaus die doen aan leiderschapstraining hebben het ook over de x-factor. Dan bedoelen ze dat de leider iets extra’s moet hebben wat niet te beschrijven is. Iemand zei: ‘Ik zie het direct als iemand binnenkomt, het is een twinkeling in de ogen.’ Wat ze eigenlijk bedoelen met de x-factor is geen oorzaak maar een gevolg: succes. En ze hebben geen enkel idee waar het vandaan komt.
Deze week kwam Joanna Lumley in het nieuws omdat ze zich in The Daily Telegraph had afgevraagd waarom kinderen in godsnaam mee willen doen aan The X Factor. ‘Waarom? Je moet niet alleen beroemd willen worden, doe iets wat heel erg fascinerend is. De wereld is vol mogelijkheden.’
Joanna Lumley heeft zelf natuurlijk een x-factor. Ze zegt iets en het wordt door iedereen opgepikt. Ik ben nog op zoek geweest naar een doorwrocht essay van Joanna Lumley, maar het bleef bij die uitspraak.
Mooie mensen zijn succesvoller. Ze hebben de x-factor. Zelfs sommige dieren schijnen de x-factor te hebben. ‘Je kunt maar beter geen klein, lelijk ongewerveld dier zijn,’ concludeerde een promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen. Bij lelijke dieren zou de x-factor ontbreken en dat maakt bescherming lastig.
Susan Boyle bewees dat ook lelijke mensen tweede kunnen worden in een talentenjacht. Maar ze is de uitzondering die de regel bevestigt. Alsof de jury wilde zeggen: ‘Eigenlijk moet je mooi zijn, maar in uitzonderlijke gevallen…’
Ook uitgevers laten het liefst een mooie, jonge vrouw debuteren. Begin jaren veertig van de vorige eeuw schreef Philip Larkin twee lesbische romances onder de naam Brunette Coleman. Brunette Coleman! Onmiddellijk uitgeven!
Vandaag wordt mijn oudste neef achttien. Hij ziet eruit als een Griekse God. Als ik met de Griekse God op straat loop kijken de meisjes om. Niet naar mij natuurlijk. Ik ben klein, dik, kaal en draag een bril. Nee, ze kijken naar mijn neef. Hij heeft de x-factor. Als hij kon zingen was hij onmiddellijk door naar de volgende ronde.
Mijn neef weet nog niet precies wat hij wil worden. ‘Griekse God’ is niet echt een beroepskeuze. Hij wil wel erg rijk worden, vertrouwde hij me toe. En nou hoop ik dat hij uiteindelijk toch iets vindt waar zijn passie ligt. Zo is hij muzikaal en kan hij schitterend tekenen. Volgens mij kan hij nog veel meer. Hij moet het alleen eerst zelf geloven.
Philip Larkin schreef in This Be The Verse:
They fuck you up, your mum and dad
They may not mean to, but they do.
They fill you with the faults they had
And add some extra, just for you.
Wie herkent het niet? Vooral als je ouders je meeslepen naar The X Factor. Maar je kunt uiteindelijk zelf kiezen. Philip Larkin had geen x-factor. Zijn werk heeft dat wel. Ik geloof dat Joanna Lumley dat wilde zeggen tegen mijn neef.
© Arnold Jansen op de Haar