By Pieter Thomassen
Hidden under his father’s overcoat on the bike’s back seat, Axel has entered a different world. A rhythmic rocking movement takes him in pitch black to the pet shop at Spekhei, where his heartbreak about the death of his golden hamster is alleviated by the purchase of Tommie 2.
After this replacement, too, escapes from his cage, Axel searches for days in vain behind each cupboard for black pinprick eyes.
Earlier, the upstairs neighbour, holding a spade with a bloodied rodent, had boasted to a fellow gallery dweller about his skills as a rat catcher. ‘This rat of yours,’ the man assured him, ‘is Graafland’s hamster.’
Axel puts Tommie 2 in a padded biscuit box and buries him in the border under an ornamental bush. That afternoon, he observes from his flat’s balcony a gathering of children on this very spot. ‘Twan Lijten has dug up Graafland’s hamster. He’s going to skin it!’ Axel dashes down the three staircases, only to find disturbed earth under the ornamental bush.
When, sometime later, he has obtained an invitation to visit the little brother of the desecrator of the grave, he, at one point, sneaks into Twan’s bedroom and pulls a postage stamp folder from one of the shelves in order to slip the complete post 1945 Dutch mint stamp collection into his satchel.
Wanneer ook de plaatsvervanger uit zijn terrarium breekt, speurt Axel vergeefs dagenlang achter iedere kast naar zwarte kraaloogjes.
Bovenbuurman heeft eerder, bebloed knaagdier op zijn spade, tegenover een portiekgenoot opgeschept over zijn verdiensten als rattendoder. ‘Die rat van jou,’ had de man hem verzekerd, ‘is de hamster van Graafland.’
Axel begraaft Tommie 2 in de berm in een gewatteerd Liga-doosje onder een sierstruik. ’s Middags ziet hij vanaf het balkon van zijn flat op die plek kinderen samendrommen. ‘Twan Lijten heeft de hamster van Graafland opgegraven. Hij gaat zijn pels afstropen!’ Axel sprint de drie trappen af, maar vindt onder de sierstruik alleen losse aarde.
Als hij zich later thuis laat uitnodigen bij het broertje van de grafschenner, sluipt hij op zeker moment Twans kamer binnen en trekt een postzegelalbum van een plank om heel naoorlogs Nederland postfris en wel in zijn pukkel te laten glijden.