Skip to main content

Axel Graafland 43

Axel Graafland 43

November 27, 2015

By Pieter Thomassen

Every night, Axel steals a hardcover from the feminist bookshop. In filtered moonlight he climbs, clutching a red hardback, the spiral
staircase which takes him from deserted bookshop Dulle Griet to the
rented out rooms above it. A spy in the house of love. On his bed he
masturbates surrounded by dreaming students separated from him by just a
thin wall, only to finally fall asleep when the sky is turning lilac.
     
That afternoon he is amazed by the crucifixes on the walls of lecture
theatres in the philosophy department. In the evening he finishes off
bottles of Duvel beer sitting
under his bed on stilts in front of a
black and white TV. The conquered bottles form an army made of glass
that gradually surrounds his armchair.
      It’s Twelfth Night. He’s
cold. His breath emerges from his mouth as a milky mist, because the
central heating has broken down. A piercing sounds shatters the wintry
silence, it’s his doorbell which hasn’t rung at all this academic year.
Underneath his window three Sikhs, wearing magenta turbans, stand in
front of his mouldering door in the newly settled snow. He delightedly
tells these chess players to come in. Lack of chairs makes them decide
to move to cafe Erasmus where the lights have already been dimmed. The
landlords face is disfigured by couperose. His prominent purple lips
part to show stuttering stumps of teeth: ‘We don’t like m-m-monkeys in
this place.’

© Pieter Thomassen
© Translation Holland Park Press

Axel 42Axel 41Axel 40Axel 39Axel 38Axel 37Axel 36Axel 35Axel 34Axel 33Axel 32Axel 31Axel 30Axel 29Axel 28Axel 27Axel 26Axel 25Axel 24Axel 23Axel 22Axel 21Axel 20Axel 19Axel 18Axel 17Axel 16 Axel 15Axel 14Axel 13Axel 12Axel 11Axel 10Axel 9Axel 8Axel 7Axel 6Axel 5Axel 4Axel 3Axel 2Axel 1

In de vrouwenboekhandel ontvreemdt Axel iedere doordeweekse nacht een hardcover. Bij gefilterd maanlicht beklimt hij met een rode kaft de wenteltrap die hem vanuit de verlaten Dulle Griet naar de huurdersverdieping voert. Een spion in het huis van liefde. Op zijn kot bevredigt hij zich te midden van de dromende studentes, slechts een muurbreed van hem vandaan, om pas in te slapen als de lucht langzaam lila kleurt.
      ’s Middags verbaast hij zich over de kruisbeelden in de collegezalen van de filosofiefaculteit; ’s avonds maakt hij voor de zwart-wit teevee onder zijn hoogslaper flessen Duvel soldaat. De gesneuvelden rijgen zich aaneen tot het glasleger dat geleidelijk zijn leunstoel insluit.
      Driekoningen. Hij heeft het koud. Omdat de verwarming kapot is, verlaat zijn adem zijn mond als witte waas. Het snerpende geluid dat de winterstilte doorbreekt, is zijn deurbel die dat studiejaar nog niet weerklonken heeft. In de versgevallen sneeuw staan onder zijn vensterraam drie Sikhs met magenta tulbanden voor zijn vermolmde deur. Verrukt noodt hij de schaakspelers binnen. Gebrek aan zitruimte doet hen uitwijken naar café Erasmus, waar de verlichting inmiddels gedimd is. Het gezicht van de waard is geruïneerd door couperose. Zijn uitgesproken paarse lippen wijken vaneen om plaats te maken voor een hakkelend tandenkerkhof: ‘Wij willen hier geen ma-ma-makaken.’

© Pieter Thomassen

Axel 42 - Axel 41 - Axel 40 - Axel 39 - Axel 38 - Axel 37 - Axel 36 - Axel 35 - Axel 34 - Axel 33 - Axel 32 - Axel 31 - Axel 30 - Axel 29 - Axel 28 - Axel 27 - Axel 26 - Axel 25Axel 24 - Axel 23 - Axel 22 - Axel 21 - Axel 20 - Axel 19 - Axel 18 - Axel 17 - Axel 16 - Axel 15 - Axel 14 - Axel 13 - Axel 12 - Axel 11 - Axel 10 - Axel 9 - Axel 8 - Axel 7 - Axel 6 - Axel 5 - Axel 4 - Axel 3 - Axel 2 - Axel 1