By Pieter Thomassen
Because it’s spring, Axel has mustered all his year-7 courage to turn around to face Vera Lebesque, the girl in the tight Levi’s 501. He plays with her pencil case and stares at the thick felt tip pens that spell MICK JAGGER in caps. ‘Interesting,’ he murmurs, desperately searching for his next remark, only to be taken aback by her retort: ‘Yes, a lot more interesting than you.’
Or take Renée Burg, the blonde nymph with the pert small breasts at prohibited arm’s-length. With her he starts an exchange of words on small bits of paper which make him dream of unhooking her bra, hidden at just thirty centimeters distance, under her thin lambswool jumper. ‘Femina, feminae, feminae, feminam, femina.’ Axel bends forwards and nearly sticks his nose in the super fine tendrils among which a pinpoint freckle seamlessly blends in with the area that is her neck. He has to sneeze uncontrollably. When the object of his desire turns around, she sees a big blob of snot bulge from his nose. She bursts out laughing.
And Manon Lokhof, with whom Axel, during the very first school party, is allowed to slow dance to the tunes of Angie. She puts her head on his shoulder; her arms around his neck. She wraps a lock of Axel’s hair around her index finger. Out of pure happiness and being blind drunk, he cycles down from Huls Hill without using his hands.
At twelve o’clock on Monday, the sirens wail. Fifteen minutes later, Manon and a friend are giggling and walking towards the bakery van serving donuts at the back of the school. They don’t cast a glance at Axel, who has been waiting, unable to put anything down his throat.
© Pieter Thomassen
© Translation Holland Park Press
Axel 36 – Axel 35 – Axel 34 – Axel 33 – Axel 32 – Axel 31 – Axel 30 – Axel 29 – Axel 28 – Axel 27 – Axel 26 – Axel 25 – Axel 24 – Axel 23 – Axel 22 – Axel 21 – Axel 20 – Axel 19 – Axel 18 – Axel 17 – Axel 16 – Axel 15 – Axel 14 – Axel 13 – Axel 12 – Axel 11 – Axel 10 – Axel 9 – Axel 8 – Axel 7 – Axel 6 – Axel 5 – Axel 4 – Axel 3 – Axel 2 – Axel 1
Of Renée Burg, de blonde nimf met de parmantige borstjes binnen verboden reikwijdte. Met haar begeeft hij zich op kleine briefjes in woordenwisselingen die hem doen dromen van het losmaken van haar BH-sluitinkje, slechts drie decimeter van hem vandaan verborgen onder haar dunne lamswollen trui. ‘Femina, feminae, feminae, feminam, femina.’ Axel buigt zich voorover en raakt met zijn neus bijna de ragfijne donshaartjes waartussen een speldenknopgrote sproet naadloos overgaat in het landschap van haar nek. Hij moet onbedaarlijk niezen. Nu het object van zijn begeerte zich naar hem omkeert, ziet ze een grote snottebel uit zijn neus opbollen. Ze proest het uit.
En Manon Lokhof, met wie Axel in de garage van Dabekousen tijdens het allereerste klassenfeestje mag schuifelen op Angie. Ze legt haar hoofd op zijn schouder; haar armen om zijn nek. Met haar wijsvinger speelt ze met een haarlok van Axel. Op de Hulsberg gooit hij zijn fiets die avond stomdronken van geluk met losse handen de afdaling in.
’s Maandags om 12 uur gaat de sirene af. Een kwartier later loopt Manon, ginnegappend met een vriendin, in de richting van de bakkerswagen met de puddingbroodjes achter de school. Ze keuren de wachtende Axel, die geen hap door zijn keel kan krijgen, geen blik waardig.
© Pieter Thomassen
Axel 36 - Axel 35 - Axel 34 - Axel 33 - Axel 32 - Axel 31 - Axel 30 - Axel 29 - Axel 28 - Axel 27 - Axel 26 - Axel 25 - Axel 24 - Axel 23 - Axel 22 - Axel 21 - Axel 20 - Axel 19 - Axel 18 - Axel 17 - Axel 16 - Axel 15 - Axel 14 - Axel 13 - Axel 12 - Axel 11 - Axel 10 - Axel 9 - Axel 8 - Axel 7 - Axel 6 - Axel 5 - Axel 4 - Axel 3 - Axel 2 - Axel 1