Skip to main content

Axel Graafland 25

Axel Graafland 25

December 19, 2014

By Pieter Thomassen

‘Well, we simply have to make a new one,’ the reverend father, a short fat cigar clenched between his front teeth, had told grandma Reuser after little Frans had gone to heaven on the very first day of his life on earth. Twelve months later, little Valentine managed to avoid the greedy leader of purgatory, due to the chaplain’s emergency baptism. After the birth of Axel’s mother, granny understood she could bear healthy children after all, but that girls had more chance to survive. This was evident on a misty morning in February, when there stood yet again a small beech wooden coffin covered in snow drops in the much too wide aisle of St Anne’s Church. In the stone cold house of God, six pairs of eyes watched tiny Piet’s first and last mass being concelebrated.
      Axel picks up the phone to a crying granny. ‘Ah, lad,’ she sobs, ‘I’ve now, too, lost my last little man.’ Her mother’s heart has been broken, after having been informed by telephone from Canada that her only son Gerard – he emigrated at the age of 20 – has dropped dead on a bed of forget-me-nots during a barbecue to celebrate his 40th birthday.
      Granny’s husband hasn’t had to outlive his fourth son. ‘At least he had a good innings,’ was a neighbour’s verdict, when grandpa Reuser died from a stroke in his smoking chair following Easter dinner. ‘A smoker who’s happy doesn’t get snappy,’ he used to joke whenever he juggled his cigar between his index and middle fingers.
      Granny treasures the stump of his last smoke, complete with its cigar label featuring a winking jester, in a silver case up in the attic.

© Pieter Thomassen
© Translation Holland Park Press

Axel 24Axel 23Axel 22Axel 21Axel 20Axel 19Axel 18Axel 17Axel 16 Axel 15Axel 14Axel 13Axel 12Axel 11Axel 10Axel 9Axel 8Axel 7Axel 6Axel 5Axel 4Axel 3Axel 2Axel 1

‘Dan maken we toch gewoon een nieuwe,’ had meneer pastoor met een bolknak tussen zijn voortanden tegen oma Reuser gezegd toen kleine Fransje al op de eerste dag van zijn aardse bestaan was gaan hemelen. Twaalf maanden later wist Valentijntje dankzij kapelaans nooddoop aan de vreetbek van het vagevuur te ontkomen. En na de geboorte van Axels moeder begreep oma dat zij wel degelijk levensvatbare kinderen kon baren, maar dat meisjes veel meer kans maakten. Dat bleek op een nevelige ochtend in februari toen in het veel te brede gangpad van de Sint Annakerk opnieuw een onder sneeuwklokjes bedolven beukenhouten kistje stond opgesteld. In het steenkoude godshuis werd onder zes paar ogen Pietjes engelenmis opgedragen.
      Axel krijgt een huilende oma aan de telefoon. ‘Ach kereltje,’ snikt ze, ‘nu ben ik ook mijn laatste mannetje kwijt.’ Haar moederhart is gebroken nu zij per telefoon uit Canada heeft gehoord dat haar enige zoon Gerard – op zijn 20ste geëmigreerd – bij een barbecue voor zijn 40ste verjaardag dood is neergevallen in een bed vergeet-mij-nietjes.
      Haar echtgenoot heeft zijn vierde zoon niet hoeven overleven. ‘Die is in ieder geval níet in de wieg gesmoord,’ meldt een buurvrouw wanneer opa Reuser na het paasdiner in zijn rookstoel aan een hersenbloeding bezwijkt. ‘Een tevreden roker is geen onruststoker,’ placht hij te grappen wanneer hij zijn sigaar speels tussen de wijs- en middelvinger van zijn rechterhand liet kantelen.
      Oma koestert de stomp van zijn laatste rokertje inclusief het sigarenbandje met de knipogende nar in een zilveren koker op zolder.

© Pieter Thomassen

Axel 24 - Axel 23 - Axel 22 - Axel 21 - Axel 20 - Axel 19 - Axel 18 - Axel 17 - Axel 16 - Axel 15 - Axel 14 - Axel 13 - Axel 12 - Axel 11 - Axel 10 - Axel 9 - Axel 8 - Axel 7 - Axel 6 - Axel 5 - Axel 4 - Axel 3 - Axel 2 - Axel 1