Skip to main content

An Angry Philanthropist

Een boze filantroop

November 25, 2013

By Arnold Jansen op de Haar

I’m rather quick to show compassion. For example, you walk past a school playground just when it’s break time. Obviously, there’s always a child that’s separate from the group. This one is trudging all alone through the fallen leaves in a corner. That’s when I take pity. Not that I was a child to be pitied. I was quite popular at school. So what brings this on?

When I was a youngster and I came across a child with a lazy eye – you remember, a child with an eye patch, and who was bullied a lot – I would befriend it. Quite likely that would stop the bullying. Besides, Marcel K took on my fights for me. He was in my class and rather big.

I can even pity an entire country; take Belgium, for example, with its higgledy-piggledy houses, the language confusion and the general European hatred of ‘Brussels’. I, too, would start brewing as many different kinds of beer as possible.

I have a similar feeling for the woman who sells the Dutch version of The Big Issue outside my local supermarket. She sits there every day, except Sundays, from eight o’clock in the morning to ten at night. There must be a good reason for doing this. She always used to wave at me, and once a week I gave her two euros.

A few weeks ago, I suddenly got fed up with this. It seemed as if she greeted me less enthusiastically on the days I didn’t give her anything. Actually, she seemed to just like my money, and I discovered that her entire Bulgarian family is stationed near supermarkets across the city.

The man who sits outside the train station with his accordion every day needs retraining too. He’s probably one of the family. Every time I pass him he starts playing If I Were a Rich Man with gusto.

In recent weeks the woman outside the supermarket started looking increasingly angrily at me. We no longer said hello. I felt like someone who doesn’t donate anything to the victims in the Philippines because ‘charities take too big a share’. I actually don’t donate anything, but that’s because I’m a good cause myself. (You can buy a book.)

So I began to avoid her. The supermarket has a back entrance. To reach it you have to walk through the department store next door and take the lift to the multi-storey car park to reach the long corridor which takes you to the supermarket. The same on your way out. The odd thing is that I now think about the old lady even more than when I used to give her something.

In any case, I find elderly ladies very moving. When I spot one out shopping in the city centre, it reminds me of my mother. When, at the supermarket checkout, one such elderly lady slowly tries to retrieve coins with her rheumatic fingers from a purse that is too small, and the queue begins to get annoyed, I feel like shouting: ‘You probably still have an elderly mum to visit at Christmas. That’s right! This year, for the first time, I haven’t, you fools!’

Sometimes I have less compassion. Recently, in the Netherlands, there was a big fundraising campaign for the Philippines. The singer Trijntje Oosterhuis was going to donate one euro for each like of her Philippines Appeal page. This got out of hand: in no time the counter showed 250,000 euros. Trijntje was out of pocket. Trijntje’s appeal turned out to be a rather small affair, but she would give ‘generously’.

I also have little compassion for the French weather woman who said she would appear naked if the French national football squad beat the Ukraine. Against the expectations of the weather presenter, ‘Les Bleus’ won. Next to the chart with the overview of the French weather, they showed a video of the French weather woman running naked through a field. It was filmed from a distance, but even so.

So now I’m watching BBC Breakfast every morning in the hope that Carol Kirkwood will take on a similar bet. I’m not sure how Bill Turnbull is going to survive it, though.

© Arnold Jansen op de Haar
© Translation Holland Park Press

arnold jansen op de haar

Visit Arnold’s home page to find out more about his other publications.
 
Previous columns:
Ik heb nogal snel medelijden. Je loopt bijvoorbeeld langs een schoolplein. Het is net speelkwartier. Natuurlijk loopt er dan altijd een kind apart van de groep. Het sjokt ergens in zijn eentje in de hoek door de bladeren. Dat vind ik dan zielig. Niet dat ik als kind zelf zielig was. Ik was best populair op school. Dus waar komt het vandaan?

Als er in mijn jeugd een kind was met een lui oog, je weet wel, zo’n kind met een afgeplakt brillenglas, en dat werd veel gepest, dan werd ik juist vrienden. Dan hield het pesten wel op. Bovendien vocht Marcel K. voor mij. Hij was een klasgenoot. En heel groot.

Ik kan zelfs medelijden hebben met hele landen. België bijvoorbeeld. Met die schotsscheve huizen, die taalverwarring en heel Europa dat op ‘Brussel’ scheldt. Dan ging ik ook zo veel mogelijk verschillende soorten bier brouwen.

Ik heb het ook met de mevrouw die buiten mijn lokale supermarkt de daklozenkrant verkoopt. Ze zit er elke dag, behalve op zondag, van ’s morgens acht uur tot ’s avonds tien. Dat doe je niet voor niks. Ze zwaaide altijd naar me. En ik gaf haar één keer in de week twee euro.

Een paar weken geleden had ik er opeens genoeg van. Het leek alsof ze me de keren dat ik niks gaf minder enthousiast goedendag zei. Nee, ze keek me het geld uit de zak. En ik ontdekte dat haar hele Bulgaarse familie verspreid over de stad bij supermarkten staat.

En de man die elke dag met zijn accordeon bij het station zit moeten ze ook omscholen. Ook hij is vast familie. Als ik langskom zet hij altijd enthousiast Als ik toch eens rijk was in.

De afgelopen weken keek de mevrouw voor de supermarkt me steeds bozer aan. We groetten elkaar niet meer. Ik voelde me toch een beetje als iemand die niks aan de slachtoffers op de Filippijnen geeft omdat er teveel aan ‘de strijkstok blijft hangen’. Ik geef ook niks maar dat komt omdat ik zelf een goed doel ben. (U kunt een boek kopen.)

Dus ging ik haar ontwijken. De supermarkt heeft een achteringang. Om die te bereiken moet ik eerst door een warenhuis, dan met een lift naar een parkeergarage en dan via een lange gang de supermarkt in. En weer terug. Het gekke is dat ik nu nog meer aan die oude mevrouw denk dan toen ik nog wat gaf.

Oude dames gaan me sowieso door merg en been. Als ik er een zie winkelen in het centrum denk ik aan mijn moeder. Als zo’n dame in de rij bij de kassa van de supermarkt heel langzaam met haar reumavingers in een veel te kleine portemonnee muntjes zoekt en de rij begint zich op te winden, dan heb ik zin om te roepen: ‘Jullie hebben vast een oude moeder met wie je nog Kerst kunt vieren. Nou dan! Ik dit jaar voor het eerst niet meer, koekenbakkers!’

Soms heb ik minder medelijden. In Nederland was er onlangs een grote actie voor de Filippijnen. Zangeres Trijntje Oosterhuis stelde 1 euro ter beschikking voor elke like die haar oproep voor de Filippijnen kreeg. Dat liep een beetje uit de hand. Al gauw stond de teller op 250.000 euro. Dat had Trijntje niet. Trijntje bleek een heel klein Trijntje te zijn. Maar ze zou ‘gul’ geven. 

Ook heb ik weinig medelijden met de Franse weervrouw die vorige week zei dat ze uit de kleren zou gaan als het Franse nationale voetbalteam zou winnen van Oekraïne. Tegen de verwachting van de weervrouw in wonnen ‘Les Bleus’. Naast de kaart met het Franse weer verscheen een filmpje met de naakte weervrouw die door een veld rende. Van een afstandje. Maar toch.

En nou zit ik iedere ochtend tijdens BBC Breakfast te hopen dat weervrouw Carol Kirkwood ook zo’n weddenschap aangaat. Al weet ik niet of presentator Bill Turnbull dat gaat overleven.

© Arnold Jansen op de Haar

  window.___gcfg = {lang: 'en-GB'};  (function() {    var po = document.createElement('script'); po.type = 'text/javascript'; po.async = true;    po.src = 'https://apis.google.com/js/plusone.js';    var s = document.getElementsByTagName('script')[0]; s.parentNode.insertBefore(po, s);  })();