Skip to main content

Accident & Emergency

Spoedeisende Hulp

August 14, 2015

By Arnold Jansen op de Haar

‘The number of confused Dutch people abroad is increasing’, ran the headline in one of the Dutch newspapers. Embassies are coming across it far more frequently. In Madrid, a Dutchman was spotted directing the traffic stark naked.

There were also some Dutch people who, during a spiritual journey across India, had lost touch with reality. I myself have just returned from a holiday camping in the Ardennes.

I live in London, but all of a sudden I found myself on a camping holiday in the Ardennes, with my girlfriend who lives in the Netherlands. To be more precise, right in the middle of the area that saw the heaviest fighting during the Battle of the Bulge (Dec 1944–Jan 1945).

It’s therefore not surprising that, when we took the dog for a walk in the woods bordering the campsite, she (the dog is called Marley – after Bob Marley – but it’s a she) refused to move an inch on the pitch black path. I said to my girlfriend, ‘must be wild boar’, but obviously it must have been the wandering dead soldiers. (I’m sensitive to these kinds of things.)

Because during the holiday I’d been reading The Zone of Interest by Martin Amis, a novel about a concentration camp, I suddenly said to my girlfriend: ‘Our relationship has lasted as long as the Second World War.’ That required some explaining.

It had been some time since my last camping holiday, but most of my camping holidays have been in the Ardennes.

Over the years, some things have stayed the same. In my opinion you should not carry a toilet roll, openly and for all to see, across the campsite, but as far as I could see I was the only one who thought this.

I had a shower (one for men, one for women, and one unisex shower) at the most unlikely times, to avoid running into other holidaymakers. In the morning, when shaving and brushing my teeth, I shuddered when some one wished me ‘good morning’. I find it impossible to brush my teeth while someone further along is having a shit. Not to mention the reverse.

‘Let’s invite that lovely Scot and his wife to join us by the camp fire,’ my girlfriend suggested on our last evening, but I wasn’t up for it. I also scuppered suggestions to go canoeing (‘if I fall into the cold water, it’s bound to be bad for my heart’) and go for long walks (‘not in these shoes’), because ‘I went through enough adventures before I turned 33 to last me two lifetimes’.

Actually, I did chat to some one on the campsite, but he was a three-year-old.

‘I’m three,’ Vince said and stuck up his fingers. It’s actually quite difficult to stick up three fingers at the same time.
‘Are you her brother?’ my girlfriend asked, pointing to a little girl a short distance away.
‘Yes, that’s my sister,’ Vince replied; he was already well aware of the fact that he was the centre of all attention.
He stroked the dog and asked if it was a boy or a girl.
‘She’s a lovely dog,’ Vince said, with a delightful Flemish accent. ‘She’s giving me kisses.’
Marley turned on her back. She likes to have her belly stroked.
Vince watched, full of attention.
‘Where does her poo come from?’ he asked.
His mother, who had just arrived, said he was very interested in animals’ anatomy. ‘He even brings worms into the house.’
After that, Vince went for a short walk among the cows, because he ‘was not afraid of them’.
The cows, however, were frightened by his toy dip net.

In short, I wasn’t confused and didn’t need assistance from the embassy. I did keep myself a bit to myself, but I was with my girlfriend, with whom I’ve been in a relationship for as long as the Second World War lasted, though it’s a bit jollier.

And although, as my girlfriend remarked, our initials spell A&E, which, I had to point out to her, stands for Accident & Emergency, camping did me a lot of good. Oh yes, and I highly recommend that book by Martin Amis.

© Arnold Jansen op de Haar
© Translation Holland Park Press
Arnold in the park

Visit Arnold’s home page to find out more about his other publications.
 
Previous columns:
The Plumber and the Little Prince
A Trojan Horse
Pilloried!
Portobello Hipster
A Celebration Every Day
Diana is Back
Loved by All
Cooking in Peacetime
A Bit of a Genetic Mess
Email a Fairy
A Peeing Neanderthal
Fictional Brits
Bare Burka
Is Van Gaal a Turkey?
An Estate Agent in High Heels
A Boy from Westminster
Adventure in Amsterdam
Amalia & George
Cheering Quietly
Human Waste
D-Day for Poetry
A Dog in London
Van Gaal and Wurst
Baby King George
The Virgin Train from Birmingham
Nuclear Hospitality
Vladimir the Viking
Ski Girl with Moustache
Phoenix
Message From the Bathtub
A Consistent Resolution
Nigella’s Law
Selfie
Cowboy in the Kingdom
An Angry Philanthropist
Oligarch with Red Umbrella
The Lives of Others
Uproar in the Czar Peter House
A Postcard Home
An Angry Ladies’ Hairdresser
Syrian Football
The Man Who is Always Late
What will survive of us is love
A Gibraltarian Librarian
A Gay Sympathiser
Hot Pants Harry
Cycling Sustained by Aunt Corry’s Pancakes!
A Slight Inconvenience
Phoning an Extraterrestrial
Naked in a Ballet Class
The Ouch, Ouch, Ouch Threshold
Eurovision

‘Steeds meer verwarde Nederlanders in het buitenland’, kopte een Nederlandse krant. De ambassades komen het steeds vaker tegen. Men had al een Nederlander in Madrid aangetroffen die naakt het verkeer regelde. 

En er waren ook Nederlanders die tijdens een spirituele reis in India het zicht op de werkelijkheid waren kwijtgeraakt. Zelf ben ik net terug van een kampeervakantie in de Ardennen.

Ik woon in Londen, maar nu bevond ik mij opeens samen met mijn vriendin, die in Nederland woont, op een kampeervakantie in de Ardennen. Om preciezer te zijn, midden in het gebied waar tijdens het Ardennenoffensief (dec 1944-jan 1945) het zwaarst gevochten is.

Veel verbazing kan het dan ook niet wekken dat toen we op een avond met de hond in het bos achter de camping gingen lopen, zij (de hond heet Marley – naar Bob Marley – maar is een zij) op het pikdonkere pad geen stap verder wilde zetten. Ik zei tegen mijn vriendin ‘wilde zwijnen’, maar het waren natuurlijk dode soldaten die daar rondliepen. (Ik ben gevoelig voor die dingen.)

Omdat ik ook nog tijdens de vakantie The Zone of Interest van Martin Amis aan het lezen was, een roman over een concentratiekamp, zei ik plotseling tegen mijn vriendin: ‘Onze relatie duurt nu net zo lang als de Tweede Wereldoorlog.’ Dat moest ik toen even uitleggen.

Ik had al heel lang niet gekampeerd, maar de meeste keren dat ik wel gekampeerd heb, was dat in de Ardennen.

Na al die jaren waren enige dingen hetzelfde gebleven. Men moet zich nooit met een voor iedereen zichtbare toiletrol over de camping verplaatsen, vind ik, maar zover ik kon zien was ik de enige die er zo over dacht.

Ik ging op de meest onmogelijke tijdstippen douchen (1 douche voor de mannen, 1 voor de vrouwen en 1 ‘unisexdouche’) om andere campinggasten te ontlopen. Bij het ’s ochtends tandenpoetsen en scheren krijg ik al een hartverzakking als iemand ‘goedemorgen’ zegt. Ook tandenpoetsen als iemand verderop zit te poepen lukt me niet. Om over andersom maar niet te spreken.

‘Zullen we die leuke Schot en zijn vrouw bij ons kampvuur uitnodigen?’ zei mijn vriendin op de laatste avond, maar dat vond ik niet zo’n goed idee. Alsook kanovaren (‘als ik in dat koude water val, is dat vast niet goed voor mijn hart’) en lange wandelingen (‘de verkeerde schoenen’) kwamen er door mijn toedoen niet van. (‘Ik heb voor mijn 33ste al voldoende actie gehad voor twee levens.’)

Toch heb ik op de camping ook nog iemand gesproken. Maar die was drie.

‘Ik ben drie,’ zei Vince en hij stak zijn vingers op. Het is best moeilijk om drie vingers tegelijk op te steken.
‘En jij bent haar broertje?’ vroeg mijn vriendin, die wees op een meisje verderop.
‘Ja, dat is mijn zus,’ zei Vince, die dus al heel goed wist dat hij het middelpunt van de wereld was.
Hij aaide de hond en vroeg of het een jongen of een meisje was.
‘Het is ’ne lieve hond,’ zei Vince met een prachtige Vlaamse tongval. ‘Zij geeft mij kusjes.’
Marley ging op haar rug liggen. Ze vindt het fijn om over haar buik geaaid te worden.
Vince keek aandachtig.
‘Waar zit haar poeperd?’ vroeg hij.
Zijn moeder, die nu ook gearriveerd was, zei dat hij zeer in de anatomie van dieren was geïnteresseerd. ‘Hij brengt zelfs wormen mee naar huis.’
Daarop ging Vince nog even tussen de koeien lopen want daar was hij ‘niet bang van’.
De koeien overigens wel voor zijn schepnetje.

Kortom, ik was niet verward en had de ambassade niet nodig. Ik was wel een beetje op mezelf. Maar met mijn vriendin. Met wie ik dus een relatie heb die al net zo lang duurt als de Tweede Wereldoorlog. Maar dan iets gezelliger.

En hoewel onze initialen A&E zijn, zoals mijn vriendin opmerkte, waarna ik haar erop wees dat dit in Engeland Accident & Emergency (Spoedeisende Hulp) betekent, deed het kamperen me goed. O ja, en dat boek van Martin Amis is zeer aan te raden.

© Arnold Jansen op de Haar
"Arnold

Eerdere columns:
De loodgieter en de kleine prins
Het paard van Troje
Aan de schandpaal!
Portobello Hipster
Elke dag feest
Diana is terug
Geliefd door allen
Koken in vredestijd
Een genetisch zootje
E-mail een elfje
De plassende Neanderthaler
Fictieve Britten
Blote boerka
Is Van Gaal een kalkoen?
Een makelaar op hoge hakken
Een jongen uit Westminster
Avontuur in Amsterdam
Amalia & George
Zachtjes juichen
Menselijk afval
D-Day voor poёzie
Een hond in Londen
Van Gaal en Wurst
Baby King George
De Virgin trein uit Birmingham
Nucleaire gastvrijheid
Vladimir de Viking
Ski-meisje met snor
Feniks
Bericht vanuit de badkuip
Een consequent voornemen
De wet van Nigella
Selfie
Cowboy in het koninkrijk
Een boze filantroop
Oligarch met rode paraplu
Het leven van de anderen
Rumoer in het Tsaar Peterhuisje
Een briefkaart naar huis
Een boze dameskapper
Syrisch voetbal
De man die altijd te laat is
What will survive of us is love
Een Gibraltarese bibliothecaris
Homosympathisant
Hot Pants Harry
Fietsen op tante Corry’s pannenkoeken!
Een klein ongemak
Telefoneren met een buitenaards wezen
Naakt in de balletklas
Het Oeioeioei-drempeltje
Eurovisie