By Arnold Jansen op de Haar
When a plane makes its descent over the Netherlands, the landscape is laid out like a painting by Mondrian, neatly divided up into rectangles. From up in the sky you can see that everything is well structured. Down on earth, too, everything feels highly organised; people like to be part of a group. It’s even more Dutch if your group is actually a trust.
You could just enjoy the countryside, but there is, of course, a Society of Cycling Friends which aims to ‘encourage recreational cycling and walking’. I hope the society’s directors don’t call too many meetings, because that would eat into the time spent on walking and cycling. I prefer to walk and cycle totally unorganised.
There are trusts dedicated to particular animals. Take Save the Ferret or the Society for the Protection of the Sparrow. Members of the Save a Battery Hen Society can ‘adopt’ a chicken to save it from being slaughtered. When I came across the Organisation for the Protection of Liberal Birds, my first thought was: how nice, is it about pigeons? But it turned out to be a protestant church community.
The AAI Society aims to provide homes for deprived dogs, mainly from Southern Europe. Well thought out: deprived dogs in Southern Europe. The Greeks are also deprived but they haven’t got a trust to support them. It’s certainly bad luck for any deprived dogs in Siberia, but the AAI society does necessitate trips to sunny places.
I think you should be clear when choosing a name for your society. The aim of the Save a Cheese Society seems clear cut until it transpires that it’s about an Italian cheese from an area hit by an earthquake. Hearing about the Brave Mothers Society doesn’t make you think of the mothers of drug abusers in Volendam. The Echo Society is for people with unusual sensory experiences, such as the hearing of voices. The Society for Saving Small Caterers makes you think first of all of caterers under five foot. ‘We’re championing a bar for short caterers.’
The name of some societies is quite clear, but what on earth are they doing? Take the Young Civil Servants Society. It sounds quite exciting: young female civil servants dressed in dashing suits and high heels, with their hair in a bun, which comes undone during wild parties with male civil servants. But is there a society of mature civil servants? If not, I suggest: the Grey Mouse Society.
There is also the Union against Cursing, which has 20,000 supporters, and the Society Against Increasing Sunday Opening Times; well, the name says it all: they’re against shops opening on Sundays.
Recently, I watched a popular Dutch talk show, DWDD, when one of the guests was a priest invited to talk about the pope. I was interested to hear what he had to say about a pope who announced his resignation during carnival. Maybe there was an issue at the Vatican? It turned out to be mainly about celibacy.
They asked the priest such questions as: ‘Is sex abnormal?’
‘No, of course not,’ the priest answered politely; ‘if it was, we wouldn’t be sitting here.’
‘Why don’t you have it?’ was the next question.
They also wanted to know what it was like to go without it for such a long time. ‘How do you keep yourself occupied? Do you play a lot of Scrabble?’
The priest was made fun of in a most outrageous way. Can’t someone found a society against prejudiced TV personalities?
Tolerance seems mainly limited to those within one’s own group. There are huge barriers between the different factions in the Netherlands. It’s no coincidence that the Dutch parliament is made up of eleven separate parties.
The Dutch Society for Tourism & Conferences won’t be happy with this column. Yet I do love the country; I was born here. It’s a bit like the city I live in: it isn’t a beautiful city but it’s surrounded by ‘wonderful countryside’. If it gets too stifling, I can go there to clear my head.
© Arnold Jansen op de Haar
© Translation Holland Park Press
Je zou gewoon van het landschap kunnen genieten. Maar dan is er gelijk weer een Stichting Vrienden op de Fiets die zich ten doel stelt ‘het recreatief fietsen en wandelen te bevorderen’. Ik hoop dat het bestuur van de stichting niet teveel vergadert anders komt er van dat wandelen en fietsen natuurlijk niks terecht. Zelf wandel en fiets ik het liefst ongeorganiseerd.
Ook het individuele dier heeft zo zijn stichtingen. Red de Fret bijvoorbeeld. Of de Stichting ter Bescherming van de Huismus. Bij de Stichting Red een Legkip kan men een legbatterijkip redden van de slacht: ‘adopteren’. En van de Stichting ter bescherming van Vrijzinnige Vogels dacht ik eerst: wat leuk, zou men de duif bedoelen? Maar het bleek om een protestants kerkgenootschap te gaan.
De Stichting AAI zoekt tehuizen voor kansloze honden uit voornamelijk Zuid-Europa. Goed bedacht, kansloze honden in Zuid-Europa. Grieken zijn ook kansloos maar die hebben geen ondersteunende stichting. En het is jammer voor de kansloze honden in Siberië maar je kunt als stichting wel naar fijne warme plekken.
Ik vind dat je een beetje duidelijk moet zijn in de naam van je stichting. Stichting Red een Kaas lijkt duidelijk, maar het blijkt om Italiaanse kaas te gaan uit een gebied dat getroffen is door een aardbeving. Bij de Stichting Moedige Moeders denk je niet gelijk aan moeders van druggebruikers in Volendam. De Stichting Weerklank is voor mensen met bijzondere zintuiglijke ervaringen zoals het horen van stemmen. En bij de Stichting Red de Kleine Horeca Ondernemer denk je allereerst toch aan horecaondernemers onder de 1 meter 60. ‘Wij bepleiten een tap voor kleine horeca ondernemers.’
Bij sommige stichtingen is de naam wel duidelijk maar wat doen ze in godsnaam? De Stichting Jonge Ambtenaren bijvoorbeeld. Het klinkt heel opwindend: jonge ambtenaren. Iets met kekke mantelpakjes, hoge hakken en het haar in een knotje, dat tijdens wilde feesten van de jonge ambtenaren wordt losgegooid. Maar zijn oude ambtenaren ook georganiseerd? Zo niet, dan stel ik voor: Stichting Grijze Muis.
En dan heb je nog de Bond tegen Vloeken met 20.000 donateurs. Alsook de Stichting Tegen Verruiming Zondagopenstelling, die (de naam zegt het al) tegen de openstelling van winkels op zondag is.
Onlangs keek ik naar een bekende Nederlandse talkshow, DWDD. Daarin was een priester te gast om te praten over de paus. Ik wilde wel horen wat hij ervan vond: een paus die zijn vertrek aankondigt tijdens carnaval. Was er misschien iets anders aan de hand in het Vaticaan? Maar het ging vooral over het celibaat.
Aan die priester werden vragen gesteld als: ‘Is seks abnormaal?’
‘Nee, natuurlijk niet,’ zei de priester vriendelijk, ‘anders hadden we hier toch niet gezeten.’
‘Waarom doe je het dan niet?’ was de volgende vraag.
Er werd ook nog even geïnformeerd hoe het nou is om het zo lang niet doen. ‘Wat doe je ertegen? Scrabble je veel?’
De priester werd op een schandalige manier uitgelachen. Kunnen ze geen stichting tegen vooringenomen tv-persoonlijkheden oprichten?
Tolerantie lijkt zich vooral te beperken tot de eigen groep. Er zitten in Nederland hoge muren tussen de verschillende hokjes. Niet voor niks zitten er 11 partijen in het Nederlandse parlement.
De Stichting Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen zal niet blij zijn met deze column. En toch houd ik van het land. Ik ben er geboren. Het is zo’n beetje als met de stad waar ik woon. Het is geen mooie stad, maar wel met ‘een schitterende omgeving’. Als het te benauwd wordt, waai ik daar uit.
© Arnold Jansen op de Haar
 window.___gcfg = {lang: 'en-GB'}; (function() {   var po = document.createElement('script'); po.type = 'text/javascript'; po.async = true;   po.src = 'https://apis.google.com/js/plusone.js';   var s = document.getElementsByTagName('script')[0]; s.parentNode.insertBefore(po, s); })();
Eerdere columns: