Skip to main content

Meeting on your own

Vergaderen met jezelf

January 23, 2011

By Arnold Jansen op de Haar

This week I nearly attended a meeting. Luckily I spotted in time that I should have registered in advance. So I didn’t have to go! After reading the attachment, it transpired it wasn’t even a proper meeting. In fact it turned out to be an ‘inspirational get together’ to reflect upon ‘providing a cultural offering to people in care’.


The less well defined the subject, the longer it takes. ‘Providing a cultural offering to people in care’ is fairly wide-ranging. You can’t argue with the good intentions but an accompanying sentence muddled the waters even more: ‘To provide a better fit between arts and culture and the target audience’. I much rather like to hear, ‘You have two hours in which to teach a group of psychiatric patients how to write a poem.’


Oh, yes I have once done this and it was the only assignment, although, of course, participants were called clients rather than psychiatric patients. I have rarely seen more delightful results.


I told them that they should focus on the most awful thing that had happened to them. Yes, they nodded in response, this they understood. Each week, it was already a continuing topic of discussion with their therapists. Therefore I selected this as a subject for a poem. I gave them the basics but they were not allowed to mention the ‘most awful thing’ explicitly. Astonishingly, it worked.


I remember an older lady writing something entitled Blue. I have not often read something more touching. It considered blue from all angles. Afterwards it transpired that blue was the favourite colour of her deceased girlfriend.


Meetings are abundant throughout the Western world. I sometimes get the impression that meetings price us out of the market. In the Netherlands, even primary school pupils start the day with a discussion in the round. It is sort of a meeting.


When I was still in the army, I had to attend a lot of meetings. One of my commanding officers was an excellent chairman. At the start of each meeting he declared, ‘This shouldn’t take more than one hour.’ Yet this included munching cakes because it was always someone’s birthday. Eating cakes with one’s colleagues just wins the prize for awfulness from attending meetings.


To our astonishment, each meeting ended after exactly one hour with the announcement that, next time, we should come to it better prepared. Another elegant expression from my time in the army is: ‘Is this question meant for clarification or advancement?’ I recommend this question to every chairman. People keen on standing out eat up time.


Another type is the moaner. His body language clearly expresses how he feels. The doodler simply continues filling sheets. He is just not interested. The cougher suggests a ‘smoking break’.


Ever present is the critic: he is determined to disagree with everything. Certainly he doesn’t accept the chairman’s authority. The AOB guy only revives at any other business.


Since becoming a full time writer I have managed to limit the number of meetings to the absolute minimum. On the rare occasions I get stuck in a meeting, I occasionally regale a short anecdote, when the chairman announces that it may well be a long meeting because there is a lot to discuss.


So I say, ‘Once, commanding 212 men, I secured an abandoned airbase in Bosnia. This airbase was regularly shelled and heavily mined. Besides everyone had to have an evening meal, sleep and be safeguarded. We hardly had any meetings. After a short instruction, everyone knew what he had to do.’


I have to admit the truth, things got easier the longer I was there and hence meetings multiplied. I clearly recall this agenda point: ‘kidney beans’. A British officer argued that, ‘Kidney beans three days in a row, is too much of a good thing.’  


And now I am just going to have a meeting on my own. The advantage is that I can lit a cigar. ‘Chairman,’ I say, ‘it is time for a drink.’ And everyone agrees.


© Arnold Jansen op de Haar

© Translation Holland Park Press


You can leave your comment on our forum.

Visit Arnold’s home page to find out more about his other publications.

 

Previous columns:





















































Deze week had ik bijna vergaderd. Gelukkig las ik nog net op tijd dat ik me had moeten opgeven voor de vergadering. Ik hoefde er niet heen! Het was trouwens geen echte vergadering, bleek uit de bijlage. Het betrof een ‘inspiratiebijeenkomst’ over ‘kunstaanbod voor iedereen met een zorgachtergrond’.

Hoe vager het onderwerp, hoe langer het duurt. ‘Kunstaanbod voor mensen met een zorgachtergrond’ is een breed begrip. De goede bedoelingen staan buiten kijf, maar de begeleidende zin was nog onduidelijker: ‘Het beter laten aansluiten van kunst en cultuur bij de doelgroep’. Ik heb liever dat ze tegen me zeggen: ‘Je krijgt twee uur de tijd om tien psychiatrische patiënten een gedicht te laten schrijven.’

Dat heb ik al eens gedaan. En dat was toen de enige opdracht. Al werden de cursisten natuurlijk geen psychiatrische patiënten genoemd maar cliënten. Zelden heeft het een mooier resultaat opgeleverd.

Ik zei dat ze moesten denken aan het allerergste wat ze ooit hadden meegemaakt. Ja, knikten ze, dat wisten ze wel. Daar werden ze elke week toch al over doorgezaagd door hun begeleiders. Dus liet ik ze er een gedicht over schrijven. Ik legde enige basisbegrippen uit. Het ‘allerergste’ mocht alleen niet genoemd worden. En verdomd, het lukte.

Ik herinner me een oudere vrouw die iets schreef met als titel Blauw. Zelden was iets wat ik las zo ontroerend. Het ging over alle aspecten van de kleur blauw. Later bleek dat het de lievelingskleur was van haar overleden vriendin.

In de hele westerse wereld wordt veel vergaderd. Ik heb wel eens de indruk dat wij ons behoorlijk uit de markt zitten te vergaderen. In Nederland beginnen zelfs de leerlingen van de basisschool ’s ochtends met een kringgesprek. Ook een soort vergaderen.

In het verleden heb ik veel vergaderd. Ik zat toen in het leger. Een van mijn commandanten was een geweldige voorzitter. Bij het begin van elke vergadering zei hij: ‘Het mag niet langer duren dan een uur.’ En dat was inclusief gebak eten, omdat er altijd iemand jarig was. Gebak eten met collega’s is nog net een tikkeltje erger dan vergaderen.

Elke vergadering stopte hij tot verbijstering van iedereen na precies een uur met de mededeling dat we ons de volgende keer beter moesten voorbereiden. Een andere mooie uitspraak uit het leger was: ‘Is dit een vraag ter verduidelijking of ter profilering?’ Ik kan elke voorzitter deze tegenvraag aanraden. Want vooral mensen die zich willen profileren slurpen tijd.

De zuchter is weer een ander type. Hij laat met lichaamstaal zien wat hij ervan vindt. De tekenaar gaat gewoon zitten tekenen. Hij is niet geïnteresseerd. De kucher brengt het agendapunt ‘rookpauze’ in.

Er is ook altijd een criticus: het type dat het bij voorbaat nergens mee eens is. Hij accepteert het gezag van de voorzitter niet. En de rondvrager wordt pas wakker bij de rondvraag.

Sinds ik schrijver ben, ben ik erin geslaagd om het aantal vergaderingen tot een minimum te beperken. Als ik toch eens in een vergadering verzeild raak en de voorzitter zegt dat het even kan duren omdat er veel te bespreken is, vertel ik soms een korte anekdote.

Dan zeg ik: ‘Ooit heb ik met 212 man onder mijn bevel een verlaten luchtmachtbasis in Bosnië ingenomen. Dat vliegveld werd regelmatig beschoten en er lagen honderden landmijnen. Bovendien moest iedereen ’s avonds eten en slapen en de basis beveiligd zijn. Daar is toen nauwelijks over vergaderd. Iedereen wist na een korte instructie gewoon wat hij moest doen.’

De waarheid gebiedt me te zeggen dat hoe langer ik daar zat en hoe makkelijker de taak werd, hoe meer er vergaderd werd. Ik herinner me het agendapunt ‘bruine bonen’. ‘Drie dagen achter elkaar bruine bonen is te veel van het goede,’ zei een Engelse officier.

En nu ga ik lekker met mezelf vergaderen. Het voordeel is dat ik daarbij een sigaar kan opsteken. ‘Voorzitter,’ zeg ik, ‘het is tijd voor een borrel.’ En iedereen stemt toe.

© Arnold Jansen op de Haar

U kunt reageren op ons forum.

Eerdere columns: