Skip to main content

Journalistic Integrity

Journalistieke integriteit

July 16, 2011

By Arnold Jansen op de Haar

What is the difference between Julian Assange, responsible for WikiLeaks, and Andy Coulson, David Cameron’s former communications chief and ex-editor of the News of the World? Many people will consider one a hero and the other a villain. Papers that published juicy details from WikiLeaks now shed crocodile tears over the British hacking scandal.

What is allowed when gathering news? A lot, when it concerns Watergate or the way expenses are claimed by MPs. Yet at the same time we all agree that you cannot eavesdrop on the parents of a murdered girl or a soldier killed in action.

But should stolen internal memos from American diplomats or the American army really be published? When you come across a video of an army helicopter shooting at innocent civilians, or find messages about torture, it’s clear. But should you reveal an ambassador’s comments on the leader of a friendly nation? What is the point of internal communications about Angela ‘Teflon’ Merkel?

One way or another, when I see Julian Assange’s face I think: if this is the new image of journalism, we have a problem.

But how do you create news? Nobody will inform a journalist about a scandal if it will harm them. There isn’t a single politician who will reveal he loves pinching secretaries’ bottoms.

Papers operate on a fine line between what is acceptable and what is not. When does a journalist turn into a sensation monger? This is actually the same as asking: when does a freedom fighter turn into a terrorist?

Each time it needs to be decided if an issue matters enough to cross the fine line. It is important to ensure you serve the general, and not the personal interest.

How would the regional papers handle these things? Papers sporting lovely names such as the Sheffield Weekly Gazette, the Nottingham & Long Eaton Topper and the Milton Keynes Citizen, or Provinciale Zeeuwse Courant, a Dutch example.

Take the local star reporter – you know the type, dressed in an ill-fitting suit with a slightly too flashy tie. Of course, he wouldn’t hesitate for a minute to elicit a piece of information from a drunken councillor in the pub. ‘Sure, I won’t tell a soul, Harry!’

When it is about an extramarital affair, the paper should ignore it. However, if it concerns fraud, I would advise: publish it immediately!

Advertisers complicate things. Do you write nasty pieces about them? I think, the smaller the community served by the paper, the more things are intertwined. People run into each other at drinks parties, receptions, outside the children’s school and in the local bakery. It is enough to make you claustrophobic.

It starts innocently enough. A reporter writes an enthusiastic review of a performance by the local choir. He exaggerates a bit: the choir is not that good, but the neighbours sing in the choir.

And what about the conscience of the average citizen? We have all come across it: you tell others about something when you shouldn’t have. Hans Keilson, a writer who died recently aged 101, put this neatly into words: enemies will recruit themselves from former friends.

With the emergence of the internet, everyone has become a journalist, even if it is just on Twitter. What do you write about and what do you leave out?

One of the leading Dutch newspapers blamed British consumers’ hunger for news for the hacking scandal. It is as if a cruel dictator were to declare: ‘It’s what the people want.’

You can only hope that journalists will keep their work within bounds.

If you really want to learn more about human nature, I would recommend this: read a novel. A writer can even reflect what people think. He can ‘look inside someone’s head’. This doesn’t always cheer you up. So I am off to buy a copy of Hello!

© Arnold Jansen op de Haar
© Translation Holland Park Press

You can leave your comment on our forum.

Visit Arnold’s home page to find out more about his other publications.
 
Previous columns:

An Altruistic Writer

Wat is het verschil tussen Julian Assange van Wikileaks en Andy Coulson, de voormalige perschef van David Cameron en ex-hoofdredacteur van News of the World? Veel mensen zien de een als een held en de ander als een schurk. Kranten die sappige details citeerden uit Wikileaks huilen nu krokodillentranen over het Britse afluisterschandaal.

Hoe ver kan de pers gaan om nieuws te vergaren? Ver, als het gaat om Watergate of het declaratiegedrag van leden van het Britse Lagerhuis. En tegelijk zijn we het er allemaal over eens dat je de ouders van een vermoord meisje of een gesneuvelde soldaat niet gaat afluisteren.

Maar moet je gestolen interne berichten van de Amerikaanse diplomatie of het Amerikaanse leger wel openbaar maken? Wanneer je een video ziet van een gevechtshelikopter die schiet op onschuldige burgers of berichten ontdekt over martelingen, dan wel. Maar moet je onthullen wat een ambassadeur over de leider van een bevriende natie heeft gezegd? Wat schiet je op met interne berichten over Angela ‘Teflon’ Merkel?

Op de een of andere manier denk ik als ik de kop van Julian Assange zie: als dit het nieuwe geweten van de journalistiek is, dan zijn we goed in de aap gelogeerd.

Maar waar haal je het nieuws vandaan? Niemand gaat een journalist vertellen over een schandaal als het hem zijn eigen kop kan kosten. Geen politicus zal zelf onthullen dat hij alle secretaresses in de billen knijpt.

Kranten opereren op de rand van wat wel en wat niet kan. Wanneer wordt een journalist een sensatiejager? Dat is eigenlijk dezelfde vraag als: wanneer wordt een vrijheidsstrijder een terrorist?
 
Elke keer is er de afweging of iets belangrijk genoeg is om over die rand te gaan. Daarbij zou het algemene belang voor het persoonlijke belang moeten gaan.

Hoe zouden regionale kranten met deze zaken omgaan? Kranten met heerlijke namen als de Sheffield Weekly Gazette, de Nottingham & Long Eaton Topper en de Milton Keynes’s Citizen. Of in Nederland de Provinciale Zeeuwse Courant.

Neem de plaatselijke sterverslaggever. U kent de types wel, gekleed in een slecht pak met een net iets te opzichtige stropdas. Hij deinst er natuurlijk niet voor terug om in de kroeg een dronken wethouder informatie te ontfutselen. ‘Ik vertel het niet door, Harry!’

Gaat het om een buitenechtelijke relatie, dan zou de krant er het zwijgen toe moeten doen. Gaat het om fraude, dan zou ik zeggen: onmiddellijk publiceren!

Nog lastiger zijn adverteerders. Ga je over hen vervelende dingen schrijven? Persoonlijk denk ik dat hoe kleiner de gemeenschap is waar de krant verschijnt, hoe meer die dingen verweven zijn. Men ziet elkaar bij borrels, recepties, de school van de kinderen en de plaatselijke bakker. Je zou het er benauwd van krijgen.

Het begint bij onschuldige dingen. Bij de verslaggever die een lovend verhaal schrijft over het optreden van een plaatselijk koor. Hij overdrijft een beetje. Zo goed is het niet maar zijn buren zingen in dat koor.

En hoe zit het met het geweten van de gemiddelde burger? Iedereen kent het wel, je vertelt iets door wat je eigenlijk niet had moeten doorvertellen. De onlangs overleden schrijver Hans Keilson (101) schreef het al. Vijanden ‘rekruteren zichzelf uit vroegere vrienden’.

Met de opkomst van internet is iedereen een journalist geworden, al is het maar op Twitter. Wat schrijf je en wat laat je weg?

In een grote Nederlandse krant gaf een columnist de Britse nieuwsconsument de schuld van het afluisterschandaal. Die journalisten zouden alleen maar voldoen aan de heersende hang naar sensatie. Het is alsof je een wrede dictator hoort zeggen: ‘De mensen willen het.’

Je mag hopen dat journalisten zelf hun grenzen in de gaten houden.

Als je echt iets te weten wil komen over de menselijke natuur, zou ik zeggen: lees een roman. De schrijver kan zelfs weergeven wat mensen denken. Hij kan ‘in hun hoofd’. Daar wordt men niet altijd vrolijk van. En nu ga ik snel de Hello! kopen.

© Arnold Jansen op de Haar

U kunt reageren op ons forum.

Eerdere columns:
Voorbij de waanzin