by Arnold Jansen op de Haar
Try explaining here in England why the Dutch nearly went mad last weekend. First of all I have to tell you about Maarten van der Weijden: ‘He survived cancer, became an Olympic champion of the 10 km open-water marathon and, since last weekend, he’s a hero – a ‘giant’ according to the Dutch PM – because he attempted to swim the course of the Frisian Eleven Cities Tour (200 km); normally, provided it freezes long enough, which is rarely the case, it is completed on skates.’ (Well, that’s quite an explanation.)
After 55 hours he reached the 163-km mark and was carried off to hospital with thunderous applause. The entire Dutch nation followed the hero’s (giant’s) progress when he swam in aid of a good cause (fighting cancer).
Unfortunately, at the moment I cannot watch anything without thinking of my relationship which is now finished. Like everyone in the Netherlands I’m marooned here in England in an enormous emotional blowhole. All the time I feel as if I’ve been swimming 163 km for 55 hours.
So when Maarten had to get out of the water on doctor’s advice, I watched it on my computer screen in floods of tears. Spectators along the edge were singing ‘Thank you, Maarten’. ‘Lucky him’, I said in a quivering voice.
Well, by that time his swimming had already generated 2.5 million euros in donations, but the spectacle was quite embarrassing when looking at it from abroad. Why were they thanking him? For not making it? For effort and endurance? For the 2.5 million? I cursed, because that’s what my girlfriend should say: ‘Thank you’.
Here in Malmesbury, I decided to get into gardening as a diversion. For the first time since I was a youngster I have a garden. So, I asked Jacky, the neighbour at the corner, for advice. It reminded me of my girlfriend back in the Netherlands who, too, is a gardening expert. Whenever she moves she takes half the garden plants with her, and besides, she now has a garden which isn’t overlooked so she can ‘delight in walking around naked’. My girlfriend is the same age as me, but she is damn good looking. (Try to get that picture out of your head.)
Therefore, I angrily pulled one plant after another (each pointed out by Jacky as not going with the design of the garden) out of the soil, complete with branches and roots. No half measures. Even the lush foliage near the front door fell victim, in spite of my sister – I share a house with her – urging me not to overdo it. ‘I’m not overdoing it; I am angry and heartbroken.’
When my sister, who had been out all day, came home she was appalled. All that was left next to the front door was a half-dead rosebush which, when I uncovered it, immediately reminded me of my (ex) girlfriend. ‘But the rest of the garden looks quite decent’, my sister said.
Some time later in the supermarket I squeaked, ‘Jacky did insist that I should remove the shrubbery around the rosebush. Cutting back results in more space.’ I had tears in my eyes, while my sister was heaving with laughter. ‘We’ll buy a new plant tomorrow to fill the gap next to the front door’, I sighed, and continued to pile an enormous amount of alcoholic consolation into the shopping trolley.
© Arnold Jansen op de Haar
© Translation Holland Park Press
Other Columns
by Arnold Jansen op de Haar
Probeer hier in Engeland maar eens uit te leggen waarom men in Nederland vorig weekend bijkans gek werd. Eerst vertel ik wie Maarten van der Weijden is: ‘Oud-kankerparient, olympisch kampioen op de 10 km open water en sinds dit weekend held, ‘reus’ volgens de Nederlandse minister-president, omdat hij de Friese Elfstedentocht (200km) aan het zwemmen was. die normaal, als het tenminste hard genoeg vriest, en dat gebeurt zelden, te schaats wordt afgelegd.’ (Dat is best veel om uit te leggen.)
Hij kwam na 55 uur tot 163 km en werd toen onder luid applaus afgevoerd naar het ziekenhuis. Heel Nederland volgde de verrichtingen van de held (reus), die zwom voor het goede doel (tegen de kanker).
Ik kan sinds kort helaas niks meer zien zonder te denken aan mijn relatie, die nu voorbij is. Net als heel Nederland zit ik hier in Engeland in één groot emotioneel wak. Ik voel me voortdurend alsof ik 55 uur en 163 km zwemmen achter de kiezen heb.
Dus toen Maarten op doktersadvies uit het water moest, zat ik er snikkend achter de computer naar te kijken. ‘Maarten bedankt,’ zongen de mensen langs de kant. ‘Hij wel,’ zei ik met dunne stem.
Oké, hij had op dat moment al 2,5 miljoen euro bij elkaar gezwommen maar vanuit het buitenland zag dat zingen er best gÌÄå»nant uit. Waar bedankten ze hem nou voor? Dat hij het niet gehaald had? Voor de inspanning en het afzien? Voor de 2,5 miljoen euro? ‘Bedankt’, dat zou mijn vriendin moeten zingen, vloekte ik.
Ik besloot om mij hier in Malmesbury, Engeland, ter afleiding op de tuin te storten. Ik heb voor het eerst sinds mijn jeugd weer een tuin. Dus vroeg ik Jacky, de buurvrouw van de hoek, om advies. Ik dacht aan mijn vriendin in Nederland, die ook verstand van tuinen heeft, bij elke verhuizing de halve tuin meeneemt, en die bovendien nu een tuin heeft waarin ze zonder inkijk ‘zo lekker bloot kan rondlopen’. Mijn vriendin is van mijn eigen leeftijd maar ziet er verdomd goed uit. (Krijg dat beeld maar eens weg.)
Dus rukte ik woedend de ene na de andere plant die Jacky had aangewezen, omdat ‘die niet bij het ontwerp van de tuin hoort’, met wortel en tak uit de grond. Geen half werk. Zelfs het weelderige groen bij de voordeur moest eraan geloven, ondanks dat mijn zus, met wie ik hier samen in één huis woon, mij op het hart had gedrukt om het niet te overdrijven. ‘Ik overdrijf niet, ik ben boos en verdrietig.’
Mijn zus was de hele dag weggeweest en was bij thuiskomst verbijsterd. Bij de voordeur stond nog alleen een halfdode rozenstruik, die mij, toen hij tevoorschijn kwam, onmiddellijk aan mijn (ex-)vriendin deed denken. ‘Maar de rest van de tuin ziet er best goed uit,’ zei mijn zus.
‘Jacky zei echt dat het groen rond die rozenstruik weg moest,’ piepte ik even later in de supermarkt tegen mijn zus. ‘Snoeien geeft ruimte.’ En de tranen stonden in mijn ogen. Mijn zus stond intussen te stikken van het lachen. ‘Morgen kopen we een nieuwe plant om het gat bij de voordeur op te vullen,’ zuchtte ik terwijl ik een enorme hoeveelheid alcoholische troost in het winkelwagentje laadde.
© Arnold Jansen op de Haar
Andere Columns
De Britten komen!
Vrijheid van levensstijl
Een mannelijke zomer