By Arnold Jansen op de Haar
It all began with images of the Cumbria floods. They made me want to explain how the Dutch deal with their surplus of water. In other words: a brief guide to the Dutch system for foreigners.
They are men with weather-beaten faces who could have modelled as The Potato Eaters for Van Gogh. The storm batters the shelter and the ceiling light sways to and fro with each gust. The wrath of God lashes down upon the land.
Each country has its own concept of what it considers it to be cosy surroundings. In Germany for example this is expressed by the rustic local pub with its ‘Stammtisch’, complete with a bar girl in a low-cut dress carrying eight pints all at once.
Cosiness in The Netherlands is very much associated with being in it together. We’re sitting cosily together in a hut on a dyke encouraged by the fact that three other people on the next dyke are also making the best of the same trying situation.
It’s on TV: ‘Boys come quickly; they’re showing the latest on Limited Dyke Watch!’ Limited Dyke Watch can at any moment become Comprehensive Dyke Watch which, in case of an impending disaster, actually patrols the dykes. At this point TV crews provide blanket coverage.
Apart from Dyke Watchmen, there are also Head Dyke Watchmen, Ward Dyke Watchmen and District Dyke Watchmen. The man at the top of this hierarchical structure is the Flood Czar. Oh yes, keeping back the water gives you access to a proper title.
I assume that in certain parts of England it is cheaper to have floods, say every one hundred years or so, compared with building dykes everywhere just in case. The latter is actually what we do in The Netherlands. We have to; the country is too densely populated and when sea levels rise we simply have to pump more water out.
The Netherlands has run out of space to such an extent that we have had to place roads onto dykes. Actually the reverse is true: most roads also function as dykes. This creates the typical Dutch landscape: marvellous cloud formations over a pattern made by dykes and rivers.
The Dutch poet Hendrik Marsman portrayed this in his well-known poem, Thinking of Holland
Thinking of Holland
I see wide-flowing rivers
slowly traversing
infinite plains
… (*)
Yet these rivers pose the greatest threat. You could think of The Netherlands as one gigantic bathtub, which despite all draining exercises threatens to fill itself at regular intervals.
On the 31 January 1995 there was such an occasion, within days 250,000 people were evacuated from the area enclosed by the rivers Rhine, Maas and Waal because several dykes were on the brink of collapse. This was a truly cosy moment for us, which meant we cooked our traditional pea soup and were glued to the TV!
The Dutch government has ring-fenced 1 to 1.5 billion Euros a year until 2100 in order to fight the battle against surplus water.
Ever since he came of age, Crown Prince Willem Alexander has held the title of National Water Manager. He is a good guy but I doubt that he would have qualified for Flood Czar had he been a commoner.
I can imagine him entering a meeting in the UN office in New York. Joining him there are three professors, two of whom are Nobel laureates. They are the experts in the battle against rising sea levels; nonetheless this will not restrain our Crown Prince from explaining to them all he has learned about water management.
Last year he had an extra heavy workload because of his involvement with ‘National Sanitation Year’ also known as ‘National Toilet Year’.
Even though I enjoy taking long showers, I wouldn’t like to think that this enables me to call myself a water management expert. That would be the same as suggesting that by joining a Hell’s Angels meeting, I would be qualified to discuss the ins and outs of motorbikes.
*Translation by Paul Vincent
© Arnold Jansen op de Haar
© Translation Holland Park Press
You can leave your comment on our forum.
Previous columns:
Het kwam door de beelden van de overstromingen in het Engelse Cumbria. Ik had opeens zin uit te leggen hoe dat in Nederland geregeld is. Of anders gezegd: Nederland, voor buitenlanders verklaard.
Bij een beetje storm of regenval wordt in Nederland ‘beperkte dijkbewaking’ ingesteld. Ik stel me dan voor dat er drie mannen met zuidwesters in een schuurtje op een dijk zitten. Er wordt gezwegen. Op tafel staat een fles jenever.
Mannen met verweerde koppen als in de Aardappeleters van Van Gogh. De wind giert om het schuurtje. Aan het plafond waait een lamp mee. De toorn Gods geselt het land.
Ieder land kent zijn eigen gezelligheid. In Duitsland bijvoorbeeld is dat de rusticiteit van de dorpskroeg, de ‘Stammtisch’, en een serveerster met een diep decolleté die acht glazen bier kan tillen.
Gezelligheid in Nederland heeft veel met saamhorigheid te maken. Gezellig met zijn drieën in een schuurtje op een dijk. En weten dat er op de volgende dijk ook drie zitten.
Beperkte dijkbewaking is het beste wat een huisvader kan overkomen. Voor rivier¬dijken is de norm voor de kans op een overstroming één op 1250 jaar en voor zeedijken één op de 10.000 jaar. Dus vader is wel even weg.
‘Kom jongens, er zijn beelden van de beperkte dijkbewaking op tv!’ De beperkte dijkbewaking kan elk moment overgaan in uitgebreide dijkbewaking. En bij direct gevaar worden er patrouilles gelopen. Inmiddels zijn de tv-ploegen massaal uitgerukt.
Naast dijkwachten zijn er ook dijkpostcommandanten, ringcommandanten en districtshoofden. Aan de top van de piramide staat de dijkgraaf. Water adelt.
Waarschijnlijk is het in delen van Engeland goedkoper om één keer in de honderd jaar de boel te laten overstromen dan om overal dijken te bouwen. Toch doen we dat in Nederland wel: dijken bouwen. Er wonen gewoon teveel mensen. En als de zeespiegel stijgt, pompen we gewoon harder.
Nederland is zo vol dat op onze dijken wegen liggen. Of andersom: de meeste wegen zijn dijken. Een erg Nederlands beeld: schitterende wolkenluchten, dijken en een rivier.
Hendrik Marsman verbeeldde het in zijn gedicht Herinnering aan Holland:
Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,…
Tot 2100 gaat de Nederlandse overheid 1 tot 1,5 miljard euro per jaar uitgeven om het water buiten te houden.
Kroonprins Willem-Alexander is al sinds jaar en dag de nationale watermanager. Best een goeie jongen maar in het echte leven was hij niet eens dijkgraaf geworden.
Ik stel me zo voor dat hij een kamer binnenstapt van het VN-kantoor te New York. Daar zitten drie professoren, van wie er twee de Nobelprijs hebben gewonnen. Ze weten alles van de strijd tegen het water. En dat hij ze dan alles over watermanagement begint uit te leggen.
Vorig jaar was hij nog druk met ‘Het jaar van de Sanitatie’. Zeg maar: het jaar van de wc.
Ikzelf sta graag lang onder de douche, maar ik zou mezelf geen watermanager willen noemen. Het is alsof ik bij het clubhuis van de Hell’s Angels zou binnenstappen en gezellig met hen over motoren ga praten.
© Arnold Jansen op de Haar