Skip to main content

Blondie’s Friend

De vriend van Blondie

May 24, 2012

By Arnold Jansen op de Haar

It has been a bad week for disco: Robin Gibb, one of the Bee Gees, and ‘disco queen’ Donna Summer passed away. I’m nearly fifty, so you could say I’m one of the disco children. I turned 15 in 1977, the year in which the film Saturday Night Fever was a smash hit. Those could be called my glorious years: I still had a full head of hair.

As far as I remember, most people at school were middle of the road, but at both ends of the spectrum you came across striking figures: disco fans on the one hand and punk lovers on the other. These groups didn’t mix during breaks. The punks were busy smoking pot down in the cellar, which was still allowed then. In fact it was as common as relations between teachers and pupils, exploding stink bombs during classes and bags with ‘Stop the neutron bomb’ stickers.

While the punks spent their breaks in the cellar, the disco fans frequented the canteen. Everyone ate Kit Kats and there was a machine producing watery tomato soup, Coke, hot chocolate, coffee and tea, all from the same dispenser.

Reluctantly, I have to admit I was neither punk nor disco, yet more into John Travolta than Johnny Rotten from the Sex Pistols. At the same time I nursed a secret love for Blondie (Deborah Harry).

With hindsight I think the punks simply stayed away from school dances because the music was dominated by the Bee Gees and Donna Summer. Luckily, in 1978 Blondie appeared on the scene; she was apparently New Wave, a civilised form of punk.

So there I am on the dance floor impersonating John Travolta. Dressed, typically, in black corduroy trousers with front pleats, a shirt with a long pointed collar and an item of clothing we call a ‘spencer’ in Dutch. It was actually a lambswool jumper without sleeves. With this outfit I sported a very large pair of glasses. These made me look like a young Elton John, which didn’t help if I wanted to be Blondie’s friend.

When I look at the pictures I feel embarrassed in retrospect. It was without doubt the worst period in fashion history, and that includes the period of the cave-dwellers. ‘So there I stand in a combination of brown and orange,’ although they would label it vintage nowadays.

I remember one teacher telling us that we would look back on our school years as one of the best times of our lives. I remember, too, that even back then I thought: ‘Well, if this is one of the best times of my life, I’m doomed.’ Just looking at the way the girls in my class wore their hair said it all.

By the end of the next decade, disco was tainted, punk old hat and Blondie forgotten. ‘Stop the neutron bomb’ had apparently been initiated by Moscow and sponsored by the GDR. It was only much later that I realised that I’d never belonged to any of the groups. I was actually allergic to movements and associations, and the seed for this thought was planted during my secondary-school years.

The punks in my year progressed through the ranks of squatters and joined the long-term unemployed; the others went on to university, mostly to study medicine and law, and ended up in the local Rotary Club.

After taking various side tracks, I made my choices quite late in life: becoming a full-time writer and being truly independent; running away became my profession.

Just one piece of advice for 15-year-olds: limit the number of pictures you put on Facebook. They will keep cropping up for the rest of your life. At least put up pictures that will wear well over forty years. In my youth I danced to music by Donna Summer and the Bee Gees, and I mimicked John Travolta. It was great at the time, but I won’t let the pictures out of their box.

© Arnold Jansen op de Haar
© Translation Holland Park Press


You can leave your comment on our forum.

Visit Arnold’s home page to find out more about his other publications.
 
Previous columns:
Het was een slechte week voor disco. Robin Gibb van de Bee Gees en ‘de koningin van de disco’ Donna Summer ontvielen ons. Ik ben bijna vijftig dus je zou kunnen zeggen dat ik een kind van de disco ben. In 1977, het jaar van de film Saturday Night Fever, werd ik 15. Je zou het mijn glorietijd kunnen noemen. Ik had al mijn haar nog.
 
Op school was in mijn herinnering iedereen vooral gemiddeld maar aan beide zijden van het spectrum had je opvallende verschijningen: aan de ene kant de aanhangers van disco en aan de andere kant de punkers. Die twee groepen waren ook tijdens de pauzes gescheiden. De punkers zaten zich in de kelder een ongeluk te blowen. Dat kon toen gewoon. Het was net zo normaal als liefdesverhoudingen tussen leraren en leerlingen, het laten afgaan van stinkbommen in de klas en tassen met stickers: ‘Stop de Neutronenbom’.

Terwijl de punkers tijdens de pauzes in de kelder zaten, zaten de disco types in de aula. Iedereen at pennywafels. Er was een automaat waar je dunne tomatensoep, cola, chocolademelk, koffie of thee kon krijgen. En al die vloeistoffen kwamen uit hetzelfde buisje.

Ik moet het schoorvoetend toegeven: ik was niet disco en niet punk, maar toch meer John Travolta dan Johnny Rotten (de Sex Pistols). Ondertussen was ik heimelijk verliefd op Blondie (Deborah Harry).

Achteraf denk ik dat de punkers gewoon wegbleven van schoolfeesten, want de muziek werd gedomineerd door de Bee Gees en Donna Summer. Gelukkig brak Blondie in 1978 door. Dat scheen dan weer New Wave te zijn, een nette vorm van punk.

Dus daar stond je op de dansvloer, John Travolta na te doen. Bijvoorbeeld in een zwarte ribfluwelen bandplooibroek, een blouse met grote punten aan de kraag en een kledingstuk dat in Nederland een spencer werd genoemd. Dat was eigenlijk gewoon een lamswollen trui zonder mouwen. Daarbij droeg ik ook nog een hele grote bril. Ik leek meer op een jonge Elton John. Zo werd het natuurlijk nooit wat als ik de vriend van Blondie wilde worden.

Als ik de foto’s zie, schaam ik me met terugwerkende kracht. Dit was met zekerheid de slechtste kledingperiode uit de menselijke geschiedenis, inclusief het tijdperk der holbewoners. ‘Daar sta ik in een combinatie van bruin en oranje.’ Al zal men het nu wel ‘vintage’ (klassiek) noemen.

Ik herinner me dat een leraar zei dat we later aan school zouden terugdenken als de beste tijd van ons leven. En ik herinner me ook dat ik toen al dacht: als dit de beste periode uit mijn leven is, ben ik verdoemd. Ik hoefde alleen maar naar het haar van de meisjes in mijn klas te kijken.

In het decennium daarna raakte disco besmet, punk uit en Blondie vergeten. ‘Stop de Neutronenbom’ bleek geïnitieerd door ‘Moskou’ en gesponsord door de DDR. Pas veel later realiseerde ik me dat ik nooit ergens bij had gehoord. Dat ik allergisch was voor stromingen en groepen. En dat het zaad voor die gedachte gezaaid werd op de middelbare school.

De punkers uit mijn jaar maakten daarna carrière in de kraakbeweging en werden langdurig werkeloos, de rest ging studeren voor arts, notaris of advocaat en eindigde in de plaatselijke Rotary.

Via enkele omwegen ben ik pas vrij laat echte keuzes gaan maken: fulltime schrijver worden en nooit meer ergens bijhoren. Vluchten werd mijn beroep.

Een advies voor 15-jarigen: zet zo min mogelijk foto’s op Facebook. Die blijven je een leven lang achtervolgen. Zet in elk geval alleen foto’s op internet die veertig jaar meekunnen. Ik heb in mijn jonge jaren gedanst op muziek van Donna Summer en de Bee Gees. Ik deed John Travolta na. Toen best leuk, maar de foto’s blijven in de doos.

© Arnold Jansen op de Haar

  window.___gcfg = {lang: 'en-GB'};  (function() {    var po = document.createElement('script'); po.type = 'text/javascript'; po.async = true;    po.src = 'https://apis.google.com/js/plusone.js';    var s = document.getElementsByTagName('script')[0]; s.parentNode.insertBefore(po, s);  })();
U kunt reageren op ons forum.

Eerdere columns: