Skip to main content

Axel Graafland 35

Axel Graafland 35

June 5, 2015

By Pieter Thomassen

Dressed in his winter-green scouting jumper, which itches as mercilessly as his coarse woollen socks, Axel has stuffed that many pieces of clothing in a brown corduroy pair of trousers and a blue, flannel shirt that he slowly begins to believe that there’s a real girl laying down on his bed. His mother’s polystyrene wig holder head, its lips painted red with her lipstick, forms the cherry on the cake, the crown on his creation.
      The bale of textile now looks up with the amber-coloured eyes of Judith, the tomboy girl next door, sporting a blonde pageboy hairstyle and small firm buttocks. She smiles at him tenderly, and he squeezes her legs tighter across his waist. Axel groans and probes with his tongue the shallow hollow between her collar bones.
      The pictures from the thumbed naughty magazine, safely hidden under the lead soaker of his dormer window, have disappeared. This is the real life, never has his dick been this hard.
      When Axel’s mother enters without knocking, she fails to notice that her son is wriggling on a heap of clothing. She marches straight to the dormer window, opens it, and with cankerous movements begins to assault him.
      ‘The neighbour phoned. You’ve shot a hole in his greenhouse with your air rifle, but he has also spotted that you’re hiding something here every evening. And I will find out what it is!’

© Pieter Thomassen
© Translation Holland Park Press

Axel 34Axel 33Axel 32Axel 31Axel 30Axel 29Axel 28Axel 27Axel 26Axel 25Axel 24Axel 23Axel 22Axel 21Axel 20Axel 19Axel 18Axel 17Axel 16 Axel 15Axel 14Axel 13Axel 12Axel 11Axel 10Axel 9Axel 8Axel 7Axel 6Axel 5Axel 4Axel 3Axel 2Axel 1

Gestoken in zijn wintergroene welpentrui, even onbarmhartig prikkend als zijn grofwollen sokken, heeft Axel zoveel kledingstukken in een bruinfluwelen ribbroek en een blauwflanellen overhemd gestouwd dat hij langzaam zelf is gaan geloven dat er een heus meisje op zijn bed ligt. De piepschuimen pruikhouder van zijn moeder, de lippen rood geverfd met haar lipstick, vormt de kers op de taart, de kroon op zijn schepping.
      De textielbaal slaat nu de barnsteenkleurige ogen van Judith op, het jongensachtige buurmeisje met het blonde pagekapsel en haar kleine harde billen. Ze lacht hem teder toe en schroeft haar benen strakker om zijn middel. Axel kreunt en verkent met zijn tong het ondiepe kuiltje tussen haar sleutelbeenderen.
      Verdwenen zijn de beelden uit het beduimelde blootblaadje, veilig verstopt onder de loodslab van zijn dakkapelraam. Dit is het echte leven. Nooit eerder is zijn pik zo hard geweest.
    Als Axels moeder zonder kloppen binnenkomt, ziet ze haar zoon die op een klerenberg ligt te kronkelen over het hoofd. Ze beent direct door naar het dakkapelraam, opent dat, en start met giftige gebaren een spitactie.   
      ‘De buurman heeft gebeld. Je hebt met die windbuks een gat in zijn kas geschoten, maar hij heeft ook gezien dat jij hier iedere avond iets verstopt. En ik kom er wel achter wàt!’

© Pieter Thomassen

Axel 34 - Axel 33 - Axel 32 - Axel 31 - Axel 30 - Axel 29 - Axel 28 - Axel 27 - Axel 26 - Axel 25Axel 24 - Axel 23 - Axel 22 - Axel 21 - Axel 20 - Axel 19 - Axel 18 - Axel 17 - Axel 16 - Axel 15 - Axel 14 - Axel 13 - Axel 12 - Axel 11 - Axel 10 - Axel 9 - Axel 8 - Axel 7 - Axel 6 - Axel 5 - Axel 4 - Axel 3 - Axel 2 - Axel 1