By Arnold Jansen op de Haar
If humans have something in common with chickens it must be having a pecking order. Hierarchy is absolute among chickens. Number one eats first. Put hens too close together and they will peck each other to death. That is why battery hens’ beaks are trimmed.
Two scientists from the Dutch University of Wageningen have managed to breed peaceful chickens. They selected the most delightful specimens to keep their breeding programme going. It succeeded to considerably decrease the number of chicken hooligans.
You would almost want to apply this to human beings. As a matter of fact, we are packed as close together as our feathered friends. When walking through a shopping precinct on Saturdays I occasionally can’t help thinking that if you substituted rats it would be called a pest.
Massive crowds turn me into a misanthrope. When watching a beach in summer I catch myself thinking, well hippos don’t wear bikinis.
Yet you shouldn’t tamper too much with people. Before you know it, you qualify for a novel by Kazuo Ishiguro. In Never Let Me Go they breed people for an entirely different reason.
Paul Maynard, the Conservative MP for Blackpool North, suffers from a minor form of cerebral palsy. Recently in an interview with The Times, he reported that during his speech in a debate, members of the opposition pulled faces at him.
You notice the same at school playgrounds. The single redhead isn’t given an easy time. Among chickens this is the order of the day. Only they pull off your head if you look somewhat different.
Put me into a group and I will make sure that I am high up in the pecking order. I excel in this. Even in primary school the strongest boy would fight for me in exchange for friendship.
Yet as soon as I am high up in the pecking order I start hating myself. Every human being harbours aggression. You adhere to being civilised when you direct this towards yourself instead of someone else. This may well be a good definition of civilisation: it is defined by how you deal with your aggression, for example direct it towards yourself or the tea service. Besides I do not bother anyone; I live on my own.
Friends who create a pecking order are reduced to acquaintances. Also love affairs with a hint of a pecking order are doomed to fail.
Actually I had planned to avoid any pecking order for the rest of my life. Yet it is difficult to escape it entirely and certainly not in literature.
The top guy in the Dutch literary pecking order was the recently deceased Harry Mulisch. On the day his fellow writer Boudewijn Büch died, he even managed to declare that Büch hadn’t written a single decent novel. At the death of his colleague Gerard Reve he just stated that his earlier work was quite good. The older Mulisch got, the more he resembled a hen; though he rather identified with a cockerel.
Last week, Martin Amis created some commotion. He said in an interview with Sebastian Faulks, ‘Only if I had a serious brain injury I might well write a children’s book.’ Amis also declared that he wasn’t conscious to whom he was directing his writing but he would not start to write below his standard. You think of an appropriate animal; I suggest a gorilla.
In the mean while, the scientists in Wageningen don’t only work on adorable chickens but also on friendly pigs. When nosing is encouraged, pigs seem to thrive. Nosing sounds lovely. I will have to try it. ‘Hello, I am your little pig!’
One PhD student even works on developing ‘an altruistic tilapia’. This is a fish! Well, all we need now is a friendly, altruistic author who writes splendid books and doesn’t peck.
© Arnold Jansen op de Haar
Twee wetenschappers van de Universiteit Wageningen zijn er nu in geslaagd vredelievende kippen te fokken. Ze fokten de liefste exemplaren gewoon door. Daarmee daalde het aantal hooligans onder de kippen aanzienlijk.
Je zou bijna willen dat dit ook bij mensen zou gebeuren. Tenslotte wonen wij net als onze gevederde vrienden dicht op elkaar. Als ik op zaterdag door een winkelstraat loop, denk ik wel eens: bij ratten zou je het een plaag noemen.
Bij grote drukte word ik een misantroop. Zie ik een zomers strand, dan betrap ik mijzelf op de gedachte: een nijlpaard draagt ook geen bikini.
Maar aan mensen moet je niet teveel klungelen. Voor je het weet zit je in een roman van Kazuo Ishiguro. In Never Let Me Go fokken ze mensen om geheel andere redenen.
Het conservatieve parlementslid voor Blackpool Noord, Paul Maynard, lijdt aan een lichte vorm van spasticiteit. Onlangs vertelde hij in een interview aan The Times dat tijdens een debat in het Lagerhuis de oppositie gekke gezichten naar hem begon te trekken.
Je ziet hetzelfde bij kinderen op het schoolplein. Die ene roodharige heeft het niet makkelijk. Ook onder kippen is dit schering en inslag. Alleen trekken die je kop eraf als je er iets anders uitziet.
Zet mij in een groep en ik zorg er wel voor dat ik snel hoog in de pikorde sta. Daar ben ik een kei in. Zelfs op de basisschool vocht de grootste jongen van de klas voor mij, in ruil voor vriendschap.
Maar zodra ik hoog in de pikorde sta, krijg ik een hekel aan mezelf. In ieder mens schuilt agressie. Het getuigt van beschaving om die niet op anderen te richten maar op jezelf. Misschien is dit een goede definitie van beschaving: beschaving wordt bepaald door de manier waarop men agressie toepast, bijvoorbeeld op jezelf of op het theeservies. Bovendien heeft er bij mij niemand last van. Ik woon alleen.
Vrienden met wie een pikorde ontstaat, beschouw ik als kennissen. Ook relaties met een pikorde zijn gedoemd te mislukken.
Ik was eigenlijk van plan om in mijn leven voortaan zoveel mogelijk elke pikorde te vermijden. Toch ontkom je er niet helemaal aan. En zeker niet in de literatuur.
De onlangs overleden Nederlands schrijver Harry Mulisch stond bovenaan in de literaire pikorde. Hij presteerde het zelfs om op de avond van het overlijden van collega Boudewijn Büch op tv te verklaren dat Büch eigenlijk geen enkele goede roman had geschreven. Bij de dood van collega Gerard Reve zei hij dat alleen zijn vroege werk goed was. Hoe ouder Mulisch werd, hoe meer hij op een kip begon te lijken. Zelf zag hij zich liever als haan.
Martin Amis zorgde afgelopen week voor enige opschudding. Hij zei in een interview met Sebastian Faulks: ‘Alleen als ik serieus hersenletsel had, zou ik wellicht kinderboeken schrijven.’ Amis verklaarde verder dat hij geen idee had voor wie hij schreef, maar hij ging niet onder zijn niveau schrijven. Verzint u er zelf maar een dier bij. Ik denk aan een gorilla.
De wetenschappers uit Wageningen werken momenteel niet alleen aan lieve kippen maar ook aan vriendelijke varkens. Nosing, het elkaar besnuffelen, schijnt enorm bij te dragen aan het welzijn van de varkens. Nosing klinkt heel lekker. Ik ga het zelf ook eens proberen. ‘Hallo, ik ben jouw varkentje!’
Eén promovendus werkt zelfs aan de ontwikkeling van ‘een altruïstische tilapia’. Dat is een vis! Nou nog een vriendelijke, altruïstische schrijver die schitterende boeken schrijft. En niet kakelt.
© Arnold Jansen op de Haar
Eerdere columns: