By Arnold Jansen op de Haar
Things expressed in English sound more dramatic than in Dutch. This is caused by the greater use of intonation and word stress within a typical English sentence compared to the Dutch. When speaking English the Dutch feel they are overdoing it, as if they are taking part in a play.
Drama is bound up in the English language and so when acting you can almost speak as you do at home. Therefore it may well be that to English ears plays in English sound quite natural whereas drama in Dutch sounds artificial to the Dutch. The Dutch language is simply too flat, just like the country.
I don’t know if you are familiar with Richard Quest, the economics reporter for CNN. He hails from Liverpool. When he comes on, I lower the volume on my TV.
There is more drama in English than in Dutch but for Richard Quest each stock market downturn represents a Shakespearian tragedy. If you are watching CNN in your hotel room, the moment Richard Quest appears the neighbours will think you are listening to a speech by Gaddafi.
You may ask whether Dutch speech is refined. The answer is no: to add emphasis, the Dutch add volume not intonation. Sometimes I think this is because the Dutch have to shout over stormy weather. You could say Richard Quest speaks English at a Dutch volume.
Generally, I perceive that the English are more their own person than the Dutch, and this shines through the language. The greater use of intonation and word stress within a single sentence creates greater diversity between English voices.
Soon carnival is upon us. It is celebrated extensively in the catholic southern half of the Netherlands. It lasts for three days and is striking is that everyone behaves similarly. A well known ingredient is the polonaise where you grab a person’s shoulders from behind and follow each other to form a long snake.
The same can happen at concerts by Andre Rieu, the Dutch king of the waltz. Even in the Dutch protestant north no celebration is complete without a polonaise. I sometimes dream about it and wake soaked through.
In Dutch, the last night of carnival is called Vastenavond, Lent’s Eve. The English call it Shrove Tuesday or Pancake Day. For all it is the evening before Lent. I am under the impression that in England this is not celebrated in the same way across the board. Maybe this is typically English: to have a unique celebration.
Case in point: in the Olney Pancake Race which has taken place on Shrove Tuesday since 1445, women from Olney in Buckinghamshire run from the market square to St Peter & St Paul’s church complete with pinafore, head scarf and frying pan with pancake. The winner gets a kiss from the verger. I am now contemplating becoming a verger in Olney.
This is the day on which ‘Hurling the Silver Ball’ takes place in St. Columb Major in Cornwall. During the late afternoon a ball is thrown into the crowd in the market square. This leads to a scrum between Townsmen and Countrymen, though they just throw the ball at each other. Some are allowed to touch the ball for good luck or fertility. It is an hour before the game itself begins. The team whose player first throws or carries the ball across the parish boundary has won.
You can find these types of activities up and down the United Kingdom all year round. Another example is the Man versus Horse Marathon in Llanwrtyd Wells in Wales. This village also hosts the yearly World Bog Snorkelling Championship.
Derbyshire is home to the World Toe Wrestling Championship and in May, if you are that way inclined, you can chase a cheese down a hill (Cooper’s Hill, Brockworth, Gloucestershire). To finish let’s not forget to mention the Cotswold Olimpick Games which have featured shin kicking since 1612.
In the light of this variety in local customs it is not surprising that the UK is home to many dialects. Diversity is the trademark, even within a single sentence.
© Arnold Jansen op de Haar
© Translation Holland Park Press
In het Engels zit het drama al in de taal verborgen. Dus als je acteert kun je bijna spreken als thuis. Voor Engelsen klinkt Engels drama daarom wellicht veel gewoner. Voor Nederlanders klinkt Nederlands drama onnatuurlijk. De Nederlandse taal is daar te vlak voor. Net als het land.
Ik weet niet of u Richard Quest kent. Richard Quest gaat bij CNN over het economische nieuws. Oorspronkelijk komt hij uit Liverpool. Als hij aan het woord is, zet ik de tv iets zachter.
Engels kent meer drama dan het Nederlands, maar bij Richard Quest is elke beursdaling een tragedie van Shakespeare. Ziet u onverhoeds in een hotelkamer Richard Quest op CNN, dan denken de buren dat Gaddafi een toespraak houdt.
Spreken Nederlanders dan beschaafd? zult u vragen. Het antwoord is nee. Wat Nederlanders doen om iets te benadrukken is het volume vergroten, niet het verschil in toonhoogte. Soms denk ik dat dit komt omdat Nederlanders altijd tegen de wind in moeten schreeuwen. Je zou kunnen zeggen dat Richard Quest Engels spreekt met een Nederlands volume.
In het algemeen heb ik het idee dat Engelsen individueler zijn dan Nederlanders. En dat uit zich in taal. Door het grotere verschil in toonhoogte in één zin verschillen Engelse stemmen onderling ook meer.
Binnenkort is het weer carnaval. Dit wordt in het katholieke zuiden van Nederland uitgebreid gevierd. Het duurt drie dagen. Wat opvalt aan het Nederlandse carnaval is dat iedereen hetzelfde doet. Een bekend fenomeen is de polonaise. Iedereen loopt achter elkaar aan met de handen op de schouders.
Men ziet het ook wel bij concerten van André Rieu, de Nederlandse walskoning. Zelfs in het protestante noorden van Nederland wordt bij feesten en partijen de polonaise ingezet. Soms droom ik ’s nachts van polonaises. Dan word ik zwetend wakker.
De laatste avond van carnaval heet Vastenavond. In Engeland wordt het Shrove Tuesday genoemd, of Pancake Day (pannenkoekendag). Het is de laatste avond voor de vastentijd. Ik heb echter niet de indruk dat men in Engeland dan massaal hetzelfde doet. Misschien is dat wel heel Engels: we doen iets wat niemand anders doet.
Zo bestaat er sinds 1445 op Shrove Tuesday een Olney Pannenkoekenrace. De vrouwen van Olney in Buckinghamshire rennen met schort, hoofddoek en koekenpan met pannenkoek van het marktplein naar de kerk van Sint Petrus en Paulus. De winnaar krijgt een kus van de koster. Sinds kort overweeg ik om koster in Olney te worden.
In St. Columb Major in Cornwall doen ze op deze dag aan ‘Hurling the Silver Ball’ (Het werpen van de zilveren bal). Aan het eind van de middag gooit men op het marktplein een zilveren bal in de menigte. Er ontstaat een scrum tussen Townsmen (stedelingen) en Countrymen (plattelanders). Maar men gooit de bal gewoon naar elkaar toe. Soms laat men iemand de bal aanraken voor geluk of vruchtbaarheid. Pas na een uur begint de echte wedstrijd. Wie de bal het eerst over de grens van de Parish (parochie) draagt, heeft gewonnen.
Dit soort zaken zijn in het Verenigd Koninkrijk het hele jaar schering en inslag. Ik denk hierbij aan The Man versus Horse Marathon in Llanwrtyd Wells in Wales. Het dorp kan tevens bogen op het jaarlijkse World Bog Snorkelling Championship (WK Moerassnorkelen).
The World Toe Wrestling Championship (WK Teenworstelen) vindt plaats in Derbyshire. En als je wil kun je in mei achter een kaas van een heuvel af rollen (Cooper’s Hill, Brockworth, Gloucestershire). Laten we tot slot The Cotswold Olimpick Games met het onderdeel shin kicking (schenen schoppen) niet vergeten (sinds 1612).
Met al deze verschillen in lokale gebruiken kan het geen verbazing wekken dat het aantal dialecten in het Verenigd Koninkrijk eindeloos is. Variatie is het handelsmerk. Zelfs in één zin.
© Arnold Jansen op de Haar
Eerdere columns: