Skip to main content

A Paradise of Girls

Een meisjesparadijs

June 22, 2011

By Arnold Jansen op de Haar

I was on my way to a symposium about poetry and religion at Radboud University in Nijmegen, less than a kilometre from where I was born. It all began in the shuttle bus from the station to the campus, which was full of girls.

They were students, of course. Don’t stare or it will get noticed; pretend you haven’t seen the girls and you’re sitting next to your mum.

I am always far too early, so I had half an hour to spare on the landscaped campus with its beautiful modern buildings. I settled down at a picnic table next to the library and looked around.

Do they only have female students? I wondered. Besides, they were much prettier than thirty years ago and the few young men I spotted seemed to be ‘just tolerated’.

One of the girls came over to ask for a light. Maybe she thought I was a professor; at 48 I am the right age. After all, when I was fourteen, Aunt Annie remarked after seeing my desk in my little attic room, ‘Is this adequate to become a professor?’ On the other hand, the student may simply have asked for a light because I was smoking a cigar.

Suddenly I pitied greying professors facing an auditorium full of young women. Likewise, as a teenager I thought it was almost cruel to give us a beautiful teacher of Dutch literature. Not to her but to us.

To cut a long story short, I was increasingly looking forward to the symposium! It was due to begin with a reading by the famous Australian poet Les Murray and the auditorium would, of course, be filled with girls. How often can you listen to a famous poet at Nijmegen University? Moreover, the modern language departments were across the road from the University Church, the symposium’s venue.

On arrival it was crystal clear, the target audience for ‘poetry and religion’ consisted mostly of pensioners. Although it was busy, most of the attendees in the entrance hall could be classified as ‘religious and elderly’.

Their shoes gave the game away: an absence of high heels, comfort shoes reigned supreme. But it is a generation that reads books. A few had brought their daughters along, and they tended to be my age. Undeniably a most rewarding audience; Baby Boomers buy books. It was such a shame that Les Murray’s books ‘hadn’t made it’ into the symposium bookshop. I didn’t want to curse in a church, otherwise I would have done so.

One of those present looked in awe at the poet and whispered, ‘He would never have come here without Poetry International.’

Afterwards in the workshop they discussed the poems of Nelly Sachs. The lady sitting next to me was eighty-three, she burst into tears when the lady leading the workshop recited in a trembling voice: ‘Which of us may comfort?/ We are gardeners who have no flowers/ And stand upon a shining star/ And weep.’

But in the bus on the way back I mainly felt sorry for the young female students, who had been so close to a wonderful reading by Les Murray. In addition they missed out on an impressive workshop about Nelly Sachs. They were unaware of these events and this could well have been due to its theme: poetry and religion.

They would have fought for tickets to Poetry and Justin Bieber or Poetry and Brad Pitt. Les Murray isn’t a singer, actor or model. Well, by his girth he is worth three models, but he has six times more to say.

When a world-famous poet has no students in the audience, even at a university, we are doomed. ‘Dear God, be with us!’ I muttered before being distracted yet again by the girls on the bus. Poetry and girls, a heavenly combination, I am going to advertise it straight away.

© Arnold Jansen op de Haar
© Translation Holland Park Press

You can leave your comment on our forum.

Visit Arnold’s home page to find out more about his other publications.
 
Previous columns:

An Altruistic Writer

Ik was op weg naar een symposium over poëzie en religie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen, hooguit een kilometer verwijderd van de plek waar ik geboren ben. Het begon al in de shuttle bus van het station naar het universiteitsterrein. In die bus bevonden zich vrijwel uitsluitend meisjes.

Allemaal studentes natuurlijk. Niet staren, dan gaat het opvallen. Net doen of je de meisjes niet ziet. Gewoon doen alsof je naast je moeder zit.

Ik ben altijd veel te vroeg. En dus had ik een half uur over. Op het parkachtige universiteitsterrein stonden prachtige nieuwe gebouwen. Naast de bibliotheek nam ik plaats aan een picknicktafel en keek om me heen.

Studeren hier alleen meisjes? vroeg ik me af. Bovendien waren ze in de afgelopen dertig jaar veel mooier geworden. De paar jongens die je zag ‘hingen er maar bij’.

Een van de meisjes kwam een vuurtje vragen. Mogelijk zag ik eruit als een professor. Ik heb precies de goede leeftijd (48). Tenslotte zei tante Annie toen ik een jaar of veertien was en ze mijn zolderkamertje met bureau zag: ‘Moet hij hier professor worden?’ Het kan ook gewoon zijn dat het meisje een vuurtje vroeg omdat er een sigaar in mijn hoofd zat.

Opeens had ik medelijden met grijze professoren voor een collegezaal vol jonge vrouwen. Zoals ik het andersom als puber bijna crimineel vond om die schitterende lerares Nederlands voor een klas te zetten. Niet voor haar, maar voor ons. 

Om een lang verhaal kort te maken, ik begon me behoorlijk te verheugen op dat symposium! Het zou beginnen met een optreden van de beroemde Australische dichter Les Murray. En die zaal zou natuurlijk vol meisjes zitten. Hoe vaak is er tenslotte een beroemde dichter te zien op de Nijmeegse universiteit? En de talenstudies zaten schuin tegenover de studentenkerk, waar de bijeenkomst zou plaatsvinden.

Bij binnenkomst zag ik het direct: ‘poëzie en religie’ bleek een doelgroep te trekken van gepensioneerden. Hoewel het druk was, werd de ontvangstruimte vooral bevolkt door het type ‘oudere gelovige’.

Je herkent ze aan hun schoenen. Hoge hakken ontbreken. Gemaksschoenen, dat is het woord. Maar het is wel de generatie die boeken leest. Een enkeling had zijn dochter meegenomen. Die was dan van mijn eigen leeftijd. Het meest dankbare publiek dat je kunt bedenken. Babyboomers zijn boekenkopers. Jammer alleen dat de boekhandelaar de boeken van Les Murray ‘niet had binnengekregen’. Ik wilde niet vloeken in de kerk, anders had ik het gedaan.

Een van de aanwezigen keek vol ontzag naar de dichter. Ze fluisterde: ‘Zonder Poetry International in Rotterdam zou hij hier nooit geweest zijn.’

In de workshop die ik daarna volgde ging het over de gedichten van Nelly Sachs. De dame die naast me zat was 83. De mevrouw die de workshop leidde, declameerde met trillende stem: ‘Wie van ons mag troosten?/ Tuinders zijn we, zonder bloemen nu/ En staan op een ster, die straalt/ En wenen.’ De 83-jarige dame begon te snikken.

Maar in de bus terug had ik vooral medelijden met de meisjesstudenten. Ze waren heel dicht bij een mooi optreden van Les Murray geweest. Ook hadden ze een indrukwekkende workshop over Nelly Sachs gemist. En daar wisten ze niks van. Misschien kwam dat door het thema van het symposium: poëzie en religie.

Poëzie en Justin Bieber, dan waren ze natuurlijk wel gekomen. Of poëzie en Brad Pitt. Les Murray is geen zanger, acteur of fotomodel. Hij is qua omvang op zijn minst drie fotomodellen. Maar hij heeft zes keer meer te zeggen.

Als zelfs op een universiteit een wereldberoemde dichter geen studenten trekt, dan is alles verloren. ‘Lieve God, sta ons bij!’ prevelde ik. En toen werd ik weer afgeleid door de meisjes in de bus. Poëzie en meisjes, een heerlijke combinatie. Ik ging daar thuis onmiddellijk reclame voor maken.

© Arnold Jansen op de Haar

U kunt reageren op ons forum.

Eerdere columns:
Voorbij de waanzin